U kunt gedeelde clustervolumes in een failover-cluster inschakelen met de module Failover Cluster Management. Door gedeelde clustervolumes in een failover-cluster in te schakelen, worden alle knooppunten in staat gesteld gedeelde volumes te gebruiken.
Belangrijk | |
Het onderdeel Gedeelde clustervolumes kent specifieke restricties waar de hand aan moet worden gehouden. Zie Gedeelde clustervolumes in een failovercluster voor een lijst van zowel voordelen als restricties. |
Lidmaatschap van de lokale groep Administrators op elke clusterserver, of daaraan gelijk, is minimaal vereist om deze procedure te voltooien. De account die u gebruikt, dient tevens een domeinaccount te zijn. Bekijk de details over het gebruik van de juiste accounts en groeplidmaatschappen op
Gedeelde clustervolumes inschakelen in een failover-cluster |
Als het cluster dat u wilt configureren niet in de module Failoverclusterbeheer wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op Failoverclusterbeheer, klikt u op Een cluster beheren en selecteert u het gewenste cluster of geeft u het gewenste cluster op.
Klik onder Configureren (middenvenster) op Gedeelde clustervolumes inschakelen.
Schakel in het dialoogvenster het selectievakje in.
Verdere overwegingen
- U opent de failoverclustermodule als volgt: klik op Start, klik op Systeembeheer en klik vervolgens op Failoverclusterbeheer. Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, controleert u of de gewenste actie wordt weergegeven en klikt vervolgens u op Ja.
- Gedeelde clustervolumes kunnen slechts eenmaal per cluster worden ingeschakeld.