In een failovercluster kunt u een virtuele machine configureren voor maximale beschikbaarheid door een wizard uit te voeren die de juiste instellingen maakt.

Als u met virtuele machines wilt werken, kunt u de Help-inhoud voor de module Hyper-V-beheer raadplegen. Als u deze inhoud wilt weergeven, installeert u de Hyper-V-functie (via Serverbeheer en de wizard Functies toevoegen), opent u Hyper-V-beheer (via Serverbeheer of een afzonderlijke moduleconsole) en drukt u op F1. U kunt ook informatie over Hyper-V raadplegen op het web. Bijvoorbeeld informatie over het maken van een virtuele machine (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=137805) (pagina is mogelijk Engelstalig).

Lidmaatschap van de lokale groep Administrators op elke clusterserver, of daaraan gelijk, is minimaal vereist om deze procedure te voltooien. De account die u gebruikt, dient tevens een domeinaccount te zijn. Bekijk de details over het gebruik van de juiste accounts en groeplidmaatschappen op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83477.

Een virtuele machine configureren voor maximale beschikbaarheid
  1. Zorg ervoor dat u de Hyper-V-functie hebt geïnstalleerd en de stappen in Controlelijst: een geclusterde virtuele machine maken hebt bekeken. Deze procedure is een stap in die controlelijst.

  2. Als het cluster dat u wilt configureren niet in de module Failoverclusterbeheer wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op Failoverclusterbeheer, klikt u op Een cluster beheren en selecteert u het gewenste cluster of geeft u het gewenste cluster op.

  3. Als de consolestructuur is samengevouwen, kunt u deze uitvouwen onder de cluster die u wilt configureren.

  4. Klik op Services en toepassingen.

  5. Als u de virtuele machine al hebt gemaakt, gaat u verder met stap 6. Anders maakt u met de wizard Nieuwe virtuele machine een nieuwe virtuele machine en configureert u deze voor maximale beschikbaarheid:

    1. Klik in het deelvenster Actie op Virtuele machines, wijs Virtuele machine aan en klik op een knooppunt.

      De virtuele machine wordt op dat knooppunt gemaakt en vervolgens geclusterd om eventueel naar een ander knooppunt of knooppunten te kunnen worden verplaatst.

    2. Klik op de pagina Voordat u begint in de wizard Nieuwe virtuele machine op Volgende.

    3. Geef een naam op voor de virtuele machine. Selecteer vervolgens De virtuele machine op een andere locatie opslaan en geeft een schijf op in een gedeelde opslag of, als Gedeelde clustervolumes is ingeschakeld, een gedeeld clustervolume (een volume dat wordt weergegeven op het systeemstation van het knooppunt, onder de map \ClusterStorage).

    4. Volg de aanwijzingen in de wizard. U kunt nu details opgeven (zoals de hoeveelheid geheugen, het netwerk en het VHD-bestand (virtuele harde schijf) en ook later configuratiedetails toevoegen of wijzigen.

    5. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de virtuele machine gemaakt en geconfigureerd voor maximale beschikbaarheid. Sla de resterende stap in deze procedure over.

  6. Als u de virtuele machine al hebt gemaakt en deze alleen voor maximale beschikbaarheid wilt configureren, controleert u eerst of de virtuele machine niet is gestart. Vervolgens gebruikt u de wizard Maximale beschikbaarheid om de virtuele machine te configureren voor maximale beschikbaarheid:

    1. Klik op Een service of toepassing configureren in het deelvenster Acties.

    2. Klik op de pagina Voordat u begint in de wizard Maximale beschikbaarheid op Volgende.

    3. Klik op de pagina Service of toepassing selecteren op Virtuele machine en klik op Volgende.

    4. Selecteer de virtuele machine die u wilt configureren voor maximale beschikbaarheid en voltooi de wizard.

    5. Nadat de wizard Maximale beschikbaarheid is uitgevoerd en de pagina Overzicht wordt weergegeven, klikt u op Rapport weergeven als u een rapport wilt bekijken van de taken die de wizard heeft uitgevoerd.

Aanvullende overwegingen

  • U opent de failoverclustermodule als volgt: klik op Start, klik op Systeembeheer en klik vervolgens op Failoverclusterbeheer. Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, controleert u of de gewenste actie wordt weergegeven en klikt vervolgens u op Ja.

  • Raadpleeg Instellingen voor een geclusterde virtuele machine wijzigen als u de instellingen van een geclusterde virtuele machine wilt wijzigen.

  • Voor elke geclusterde virtuele machine kunt u ook opgeven welke actie moet worden uitgevoerd voordat de virtuele machine offline wordt gezet. De virtuele machine moet offline worden gezet wanneer de virtuele machine wordt verplaatst (maar niet altijd voor livemigratie of snelle migratie). Als u de instelling wilt opgeven, moet u na het selecteren van de geclusterde virtuele machine in de consolestructuur (aan de linkerkant) met de rechtermuisknop klikken op de bron van de virtuele machine die is weergegeven in het middelste deelvenster (niet aan de linkerkant) en vervolgens op Eigenschappen klikken. Klik op het tabblad Instellingen en selecteer een optie. De acties worden beschreven in Hyper-V en virtuele machines in de context van een cluster in de sectie 'Livemigratie, snelle migratie en verplaatsing van virtuele machines' in de informatie over het verplaatsen van virtuele machines.

  • Als dit de eerste virtuele machine is die u voor maximale beschikbaarheid configureert, is het misschien handig nu uw clusternetwerkinstellingen te controleren. Als de geclusterde servers zijn verbonden met een netwerk dat niet moet worden gebruikt voor netwerkcommunicatie in het cluster (bijvoorbeeld een netwerk dat alleen voor iSCSI of back-up is bedoeld), klikt u onder Netwerken met de rechtermuisknop op dat netwerk, klikt u op Eigenschappen en selecteert u vervolgens Het cluster niet toestaan dit netwerk te gebruiken.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave