Onderdeel Details

Uitvoeropties

  • Uitvoer van traceringen, Transacties traceren: schakel beide selectievakjes in om tracering in te schakelen.

  • Alle transacties traceren: schakel dit selectievakje in om alle transacties te traceren. Het inschakelen van deze optie kan van invloed zijn op de systeemprestaties. Standaard is deze optie niet ingeschakeld.

  • Afgebroken transacties traceren: schakel dit selectievakje in om alleen afgebroken transacties te traceren. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld.

  • Transacties met lange levensduur traceren: als u dit selectievakje inschakelt, worden transacties getraceerd die een langere levensduur hebben dan een bepaalde periode, wat erop duidt dat deze transacties mogelijk niet worden opgelost. De door het systeem gedefinieerde time-outinterval is één minuut plus de time-outperiode voor de transactie (als er een time-outperiode is opgegeven).

Opties voor logboekregistratie

  • Nieuwe sessie: klik op deze knop om een nieuwe logboekregistratiesessie te starten. Als op dit moment een logboekregistratiesessie wordt uitgevoerd, moet deze worden beëindigd voordat er een nieuwe sessie kan worden gemaakt. Wanneer een nieuwe logboekregistratiesessie wordt gestart, wordt er door de DTC een back-up gemaakt van het bestaande logboekbestand, indien aanwezig.

  • Sessie beëindigen: klik op deze knop om de huidige logboekregistratiesessie te beëindigen. Wanneer u een traceringssessie beëindigt, wordt het traceringslogboekbestand ontgrendeld zodat u het bestand indien nodig kunt verwijderen. Om er zeker van te zijn dat eventuele gegevens in de geheugenbuffers naar het logboek zijn geschreven, klikt u op Gegevens wissen voordat u een logboekregistratiesessie beëindigt.

  • Gegevens wissen: klik op deze knop om alle gegevens van de geheugenbuffers te verplaatsen naar het logboekbestand op de schijf. Klik op deze knop voordat u traceringsgegevens bekijkt om er zeker van te zijn dat alle traceringgegevens in het geheugen naar de schijf zijn verzonden. Anders worden sommige traceringsgegevens mogelijk niet in het logboek weergegeven wanneer u dit bekijkt. Als u op deze knop klikt, kan dit van invloed zijn op de systeemprestaties. Wanneer de traceringssessie wordt beëindigd, wordt deze knop uitgeschakeld.

  • Maximum aantal geheugenbuffers: wijzig deze waarde als u het maximum aantal toegestane geheugenbuffers wilt wijzigen. Standaard is de maximumwaarde 25. Als u deze limiet verhoogt, verstuurt DTC een bericht naar de logboeken. Dit geheugen wordt uit de niet-wisselbare buffer genomen. Daarom kunt u, als de hoeveelheid geheugen in de niet-wisselbare buffer onvoldoende is, mogelijk geen hoog getal instellen voor deze waarde. In dit geval wordt er een waarschuwingsbericht weergegeven. Klik op OK.


Inhoudsopgave