Er is een aantal hulpprogramma's voor het beheren en controleren van DNS-servers (Domain Name System) en -clients, en voor het oplossen van problemen met deze servers en clients. Het gaat om hulpprogramma's zoals:
-
DNS-beheer (DNS in het menu Systeembeheer)
-
Opdrachtregelprogramma's, zoals Nslookup, voor het oplossen van DNS-problemen
-
Registratiefuncties zoals het DNS-serverlogboek, dat u kunt weergeven met DNS-beheer of Logboeken. U kunt ook tijdelijk logboeken op basis van bestanden gebruiken als een geavanceerde foutopsporingsoptie voor het registreren en traceren van geselecteerde servicegebeurtenissen.
-
Hulpprogramma's voor prestatiecontrole, zoals meters voor het registreren en controleren van DNS-serveractiviteit met Systeemmonitor
-
WMI (Windows Management Instrumentation), een standaardtechnologie voor het oproepen van beheergegevens in een bedrijfsomgeving
-
Platform Software Developer Kit (SDK)
DNS-beheer
Het voornaamste hulpprogramma voor het beheren van DNS-servers is DNS-beheer, de DNS-module in MMC (Microsoft Management Console). Dit hulpprogramma wordt weergegeven als DNS in Systeembeheer (toegankelijk via het menu Start). U kunt de module DNS-beheer in combinatie met andere MMC-modules gebruiken om het beheer van DNS verder te integreren in het totale netwerkbeheer. Op computers waarop de rol van DNS-server is geïnstalleerd, is DNS-beheer ook beschikbaar in Serverbeheer.
Met DNS-beheer kunt u de volgende elementaire serverbeheertaken uitvoeren:
-
De eerste configuratie-instellingen van een nieuwe DNS-server opgeven.
-
Verbinding maken met een lokale DNS-server op dezelfde computer of met externe DNS-servers op andere computers, en deze server(s) beheren.
-
Zones voor forward en reverse lookup toevoegen en verwijderen.
-
Bronrecords in zones toevoegen, verwijderen en bijwerken.
-
De manier waarop zones worden opgeslagen en tussen servers worden gerepliceerd, wijzigen.
-
De manier waarop query's en dynamische updates door servers worden verwerkt, wijzigen.
-
De beveiliging voor specifieke zones of bronrecords veranderen.
Bovendien kunt u met DNS-beheer de volgende taken uitvoeren:
-
Onderhoudwerkzaamheden op de server verrichten. U kunt de server starten, stoppen, onderbreken of hervatten, of handmatig servergegevensbestanden bijwerken.
-
De inhoud van de servercache controleren en zo nodig wissen.
-
Geavanceerde serveropties instellen.
-
Veroudering en opruiming van verlopen bronrecords die door de server zijn opgeslagen, configureren en uitvoeren.
Bovendien kunt u DNS-beheer ook vanaf een werkstation gebruiken om DNS-servers extern te beheren.
Belangrijk | |
DNS-beheer is alleen geschikt voor het beheren van DNS-servers met Windows Server-besturingssystemen. De console kan niet worden gebruikt om andere DNS-servers (bijvoorbeeld BIND-servers) te beheren. |
Opdrachtregelprogramma's
Er zijn verschillende opdrachtregelprogramma's waarmee u DNS-servers en -clients kunt beheren en problemen met deze servers en clients kunt oplossen. Deze opdrachtregelprogramma's, die u kunt uitvoeren door ze achter een opdrachtprompt te typen of door ze in batchbestanden op te geven voor scriptverwerking, worden beschreven in de volgende tabel.
Opdracht | Omschrijving |
---|---|
Nslookup |
Hiermee worden querytests op de naamruimte van het DNS-domein uitgevoerd. |
Dnscmd |
Een opdrachtregelinterface voor het beheren van DNS-servers. Met dit hulpprogramma kunt u batchbestandscripts maken voor het automatiseren van veel voorkomende DNS-beheertaken of het verrichten van eenvoudige installatie en configuratie zonder toezicht van nieuwe DNS-servers. |
Ipconfig |
Hiermee kunt u door de computer gebruikte IP-configuratiegegevens weergeven en wijzigen. Dit hulpprogramma voorziet in extra opdrachtregelopties voor hulp bij probleemoplossing en het verlenen van ondersteuning voor DNS-clients. |
Hulpprogramma's voor gebeurteniscontrole
De Windows Server 2008-familie heeft twee opties voor het controleren van DNS-servers:
-
Standaardregistratie van gebeurtenisberichten van de DNS-server in het DNS-serverlogboek
Gebeurtenisberichten van de DNS-server worden apart bewaard in hun eigen systeemgebeurtenislogboek: het DNS-serverlogboek. U kunt dit logboek weergeven met DNS-beheer of Logboeken.
Het DNS-serverlogboek bevat gebeurtenissen die door de DNS Server-service zijn geregistreerd. Wanneer de DNS-server bijvoorbeeld wordt gestart of gestopt, wordt hierover een gebeurtenisbericht naar dit logboek geschreven. De meeste kritieke gebeurtenissen van de DNS Server-service worden ook in dit logboek geregistreerd, bijvoorbeeld wanneer de server wordt gestart en tevergeefs wordt gezocht naar initialisatiegegevens en -zones of opstartgegevens die in het register of (in bepaalde gevallen) in AD DS (Active Directory Domain Services) zijn opgeslagen.
U kunt Logboeken gebruiken om DNS-gebeurtenissen met betrekking tot clients weer te geven en te controleren. Deze gebeurtenissen worden in het systeemlogboek vermeld en worden door de DNS Client-service op alle computers met Windows (alle versies) geschreven.
-
Foutopsporingsopties voor het genereren van een traceerlogboek in tekstindeling op de DNS-servercomputer
U kunt DNS-beheer ook gebruiken om extra opties te selecteren voor tijdelijke logboekregistratie van traceringsgegevens in een tekstbestand van DNS-serveractiviteiten. Het bestand dat voor deze functie wordt gemaakt en gebruikt, Dns.log, wordt opgeslagen in de map %systemroot%\System32\Dns.
Hulpprogramma's voor prestatiecontrole
U kunt prestatiecontrole voor DNS-servers verrichten met extra servicespecifieke meters die DNS-serverprestaties registreren. Deze meters zijn toegankelijk via Systeemmonitor, een onderdeel van de module Prestaties.
Wanneer u Systeemmonitor gebruikt, kunt u grafieken van prestatietrends voor al uw DNS-servers opstellen. Deze kunnen nader worden bestudeerd en geanalyseerd om te bepalen of de servers nauwkeuriger moeten worden afgestemd.
Door het meten en bekijken van serverstatistieken over een periode kunt u prestatiebenchmarks vaststellen, en beslissen of correcties kunnen worden aangebracht om het systeem te optimaliseren.
Windows Management Instrumentation
WMI is de Microsoft-implementatie van WBEM (Web-Based Enterprise Management), een initiatief om een standaardtechnologie te ontwikkelen voor het oproepen van beheergegevens in een bedrijfsomgeving. WMI maakt gebruik van de CIM-industriestandaard (Common Information Model) om systemen, toepassingen, netwerken, apparaten en andere beheerde onderdelen in een bedrijfsomgeving voor te stellen. Zie 'Windows Management Instrumentation' (
Platform Software Developer Kit
Computers waarop een product uit de Windows Server 2008-familie wordt uitgevoerd, bieden functies waarmee programmeurs van toepassingen DNS kunnen gebruiken, bijvoorbeeld om via programmacode DNS-query's uit te voeren, records te vergelijken en namen op te zoeken.
Programmeerbare DNS-onderdelen zijn ontworpen voor gebruik door programmeurs die werken met C/C++. Enige bekendheid met netwerken en DNS is een vereiste. Programmeurs moeten bekend zijn met de IP-protocolsuite, het DNS-protocol en de werking van DNS.