Wat is er aan de hand?

De DNS-client ontving het foutbericht 'Kan naam niet vinden'.

Oorzaak: De DNS-clientcomputer (Domain Name System) heeft geen geldige IP-configuratie voor het netwerk.

Oplossing: controleer of de TCP/IP-instellingen voor de clientcomputer correct zijn. Let hierbij vooral op instellingen die betrekking hebben op DNS-naamomzetting.

Als u de IP-configuratie van een client wilt controleren, gebruikt u de opdracht ipconfig. Controleer in de opdrachtresultaten of de client een geldig IP-adres en subnetmasker en een geldige standaardgateway heeft voor het netwerk waarop deze is aangesloten.

Als de client geen geldige TCP/IP-configuratie heeft, voert u een van de volgende handelingen uit:

  • Voor dynamisch geconfigureerde clients gebruikt u de opdracht ipconfig /renew. Met deze opdracht wordt de client gedwongen de IP-adresconfiguratie te vernieuwen op basis van de DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol).

  • Voor statisch geconfigureerde clients wijzigt u de TCP/IP-clienteigenschappen. Zo kunt u alsnog geldige configuratie-instellingen opgeven of de DNS-configuratie voor het netwerk voltooien. Configureer clients niet om zowel in AD DS geïntegreerde DNS-servers als DNS-servers van de ISP (Internet Service Provider) te gebruiken. In plaats hiervan configureert u clients alleen voor het gebruik van in AD DS geïntegreerde DNS-servers, terwijl u de in AD DS geïntegreerde DNS servers configureert voor het doorsturen van query's naar de DNS-servers van uw ISP.

Zie Clients beheren voor meer informatie.

Oorzaak: de client kan geen contact maken met de DNS-server als gevolg van een netwerk- of hardwarefout.

Oplossing: Controleer of de clientcomputer een geldige netwerkverbinding heeft en of deze netwerkverbinding goed functioneert. Verricht eerst enkele elementaire procedures voor het oplossen van netwerk- en hardwareproblemen op de client om te controleren of de clienthardware (kabels en netwerkadapters) goed werkt.

Als de clienthardware correct is ingesteld en goed lijkt te functioneren, controleert u of de client andere computers op hetzelfde netwerk kan aanroepen met de opdracht ping.

Oorzaak: de DNS-client kan geen contact maken met de DNS-servers die voor deze client zijn geconfigureerd.

Oplossing: als de DNS-client verbinding kan maken met het netwerk, controleert u of er contact mogelijk is met een voorkeurs-DNS-server (of alternatieve DNS-server).

Roep de voorkeurs-DNS-server eerst met de opdracht ping aan op het IP-adres van deze server. Op die manier kunt u nagaan of de client TCP/IP-basistoegang tot de DNS-server heeft.

Als de client bijvoorbeeld een voorkeurs-DNS-server met het IP-adres 10.0.0.1 gebruikt, typt u ping 10.0.0.1 achter de opdrachtprompt op de clientcomputer. Als u het IP-adres van de voorkeurs-DNS-server niet kent, kunt u dit weergeven met de opdracht ipconfig. Als u de weergave wilt stilzetten, zodat u de bij DNS-servers weergegeven IP-adressen kunt noteren, typt u ipconfig /all|more op de clientcomputer.

Als geen enkele geconfigureerde DNS-server reageert op een directe aanroep op het IP-adres, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door een fout in de netwerkverbinding tussen de client en de DNS-servers. In dat geval volgt u de basisprocedure voor het oplossen van TCP/IP-netwerkproblemen.

Oorzaak: de DNS-server is niet actief of reageert niet op query's.

Oplossing: Als de DNS-client de DNS-server kan aanroepen met de opdracht ping, controleert u of de DNS-server is gestart en of deze in staat is om te luisteren naar en te reageren op clientaanvragen. Gebruik de opdracht nslookup om na te gaan of de server kan reageren op DNS-clients.

Zie Een DNS-server starten of stoppen voor meer informatie.

Oorzaak: de door de client gebruikte DNS-server heeft geen autoriteit voor de naam en kan geen server vinden die als autoriteit voor de naam fungeert.

Oplossing: controleer of de DNS-servers van de client als autoriteit fungeren voor de DNS-domeinnaam die de client probeert om te zetten.

Als de client bijvoorbeeld de naam host.widgets.tailspintoys.com probeert om te zetten, controleert u of de zone die als autoriteit optreedt, kan worden geladen door de voorkeurs-DNS-server (of een alternatieve server, indien van toepassing) van de client en of er in deze zone een A-bronrecord (host) voor deze naam aanwezig is.

Als de voorkeursserver als autoriteit voor de naam optreedt en de juiste zone kan laden, controleert u of alle benodigde bronrecords in de zone aanwezig zijn. Voeg zo nodig bronrecords aan de zone toe.

Als de voorkeursserver niet als autoriteit voor de naam fungeert, is het probleem waarschijnlijk te wijten aan fouten in de configuratie van de DNS-server. In dat geval moet u het probleem verder oplossen op de DNS-server.

Zie Bronrecords beheren en Problemen met DNS-servers oplossen voor meer informatie.

De DNS-client heeft een antwoord ontvangen dat is gebaseerd op verouderde of onjuiste gegevens.

Oorzaak: De door de client gebruikte DNS-server heeft geen autoriteit voor de naam. Bovendien gebruikt de DNS-server verouderde gegevens uit de lokale DNS-database.

Oplossing: controleer of de DNS-server als autoriteit voor de naam fungeert en voer vervolgens de benodigde stappen uit.

Als de client bijvoorbeeld de naam host.widgets.tailspintoys.com probeert om te zetten, controleert u of de zone die als autoriteit optreedt, kan worden geladen door de voorkeurs-DNS-server (of een alternatieve server, indien van toepassing) van de client en of er in deze zone een A-bronrecord (host) voor deze naam aanwezig is.

Als de voorkeursserver als autoriteit voor de naam fungeert en een antwoord geeft dat op onjuiste gegevens berust, duidt dit erop dat de desbetreffende zone mogelijk verouderde of verlopen bronrecordgegevens bevat. In dat geval moet u de onjuiste bronrecord uit de zone verwijderen en de juiste bronrecord eraan toevoegen.

Als dynamische updates zijn ingeschakeld, kunt u registratie en updates afdwingen op de doelcomputer van de query. U kunt zorgen dat de registratie van bronrecords wordt bijgewerkt door ipconfig /registerdns achter de opdrachtprompt te typen.

Als de voorkeursserver geen directe autoriteit voor de naam is, heeft deze de query waarschijnlijk beantwoord op basis van gegevens die tijdens een eerdere recursieve lookup zijn verkregen en opgeslagen. In dat geval kunt u de cache met servernamen eventueel wissen. De server wordt dan gedwongen om nieuwe recursieve query's te gebruiken voor deze bronrecordgegevens en om een nieuwe cache-inhoud samen te stellen op basis van actuele gegevens.

Zie Bronrecords beheren en Problemen met DNS-servers oplossen voor meer informatie.

Oorzaak: De voorkeurs-DNS-server is een secundaire server voor de zone waarin de doelnaam is opgenomen. Bovendien bevat deze server verouderde gegevens.

Oplossing: Als de server die de clientquery heeft beantwoord, een secundaire server voor de zone is, is de op die server gebruikte zoneversie mogelijk verouderd. De zoneversie moet dan vaker worden bijgewerkt.

Als u dit probleem direct wilt oplossen, kunt u op de secundaire server een zoneoverdracht uitvoeren naar de masterserver. De zone wordt dan bijgewerkt. U kunt ook een van de volgende handelingen uitvoeren om de secundaire zonegegevens in de toekomst vaker te laten vernieuwen:

  • Geef extra masterservers op die door de secundaire server kunnen worden gebruikt bij het vernieuwen van de zone.

  • Verkort het vernieuwingsinterval voor de zone, zodat de servers die als autoriteit voor de zone fungeren, deze vaker moeten vernieuwen.

  • Maak een Notify-lijst op de masterserver die als zonebron voor de secundaire server fungeert. Geef aan dat de secundaire server moet worden gewaarschuwd wanneer de zone verandert.

Oorzaak: de opgevraagde naam is onjuist opgegeven door een gebruiker of onjuist opgeslagen in een clientconfiguratie.

Oplossing: controleer of de naam correct is opgegeven in de toepassing waaruit de naamquery afkomstig is.

Onjuiste gegevens in een positief queryantwoord duiden meestal op een van de volgende drie oorzaken:

  • Een gebruiker heeft op de client een onjuiste DNS-naam opgegeven.

  • Op de client is een korte, niet-gekwalificeerde naam gebruikt. Deze naam is door de lokale omzetter aangevuld met een onjuist DNS-achtervoegsel.

  • De bronrecords die in de query zijn opgegeven, zijn niet correct bijgewerkt op de DNS-server.

Controleer of de naam correct is opgegeven door de gebruiker. Ga na met welke tekenset de gebruiker de oorspronkelijke DNS-query heeft opgegeven, of controleer de toepassingsinstellingen, bijvoorbeeld instellingen voor webbrowser- of internet-e-mailconfiguraties die mogelijk zijn opgegeven.

Als de naam in de oorspronkelijke query niet gekwalificeerd was en dus niet gelijk was aan de FQDN-naam (Fully Qualified Domain Name), gebruikt u de FQDN-naam in de clienttoepassing. Voer de query vervolgens opnieuw uit. Als u voor deze oplossing kiest, moet u de naam afsluiten met een punt (.). Daarmee geeft u aan dat de opgegeven naam een FQDN-naam is.

Als de FQDN-query kan worden uitgevoerd en correcte gegevens oplevert, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door een onjuist geconfigureerde zoeklijst met DNS-domeinachtervoegsels in de resolverinstellingen van de client.

Als u DNS gebruikt in een omgeving die geen ondersteuning biedt voor dynamische updates of als u de zonegegevens meestal handmatig beheert, kunt u eventueel ook controleren of de bronrecords van het queryantwoord correct zijn opgegeven. Bekijk de bronrecords om na te gaan of de opgeslagen recordgegevens in de zone correct zijn. Als de gegevens niet correct zijn, kunt u deze wijzigen.

Oorzaak: de primaire zone bevat foutieve gegevens of er ontbreken gegevens.

Oplossing: controleer of de primaire server voor de zone volledige en correcte gegevens bevat.

De oorzaak van ontbrekende gegevens op een primaire DNS-server is meestal een mislukte updateaanvraag. Het kan zijn dat de ondersteuning voor dynamische updates niet volledig is geïmplementeerd of geconfigureerd. Zie het protocol voor dynamische DNS-updates (RFC (Request for Comments) 2136) voor meer informatie over het oplossen van dit probleem. In deze RFC worden ook alle vereisten beschreven voor DNS-servers en -clients die dit protocol gebruiken.

Bij zones die in AD DS (Active Directory Domain Services) zijn geïntegreerd, is het ook mogelijk dat de records van de foutieve query wel zijn bijgewerkt in AD DS, maar niet zijn gerepliceerd naar de DNS-servers waarop de zone wordt geladen. Alle DNS-servers die zones laden uit AD DS, controleren AD DS volgens een vooraf ingesteld pollinterval (meestal om de 15 minuten). Als er incrementele wijzigingen zijn, wordt de zone bijgewerkt. Meestal duurt een DNS-update niet langer dan 20 minuten. In die tijd wordt er naar alle DNS-servers in een Active Directory-domeinomgeving gerepliceerd met behulp van standaardreplicatie-instellingen en betrouwbare snelle verbindingen

Als u dynamische updates voor zones hebt uitgeschakeld, moet u de meeste typen bronrecords in een zone handmatig toevoegen en bijwerken. Gebruik in dat geval DNS-beheer om records te bekijken en bij te werken.

De incorrecte gegevens kunnen ook worden veroorzaakt door WINS (Windows Internet Name Service). Ga na of WINS-lookup-integratie is ingeschakeld en voor de zone wordt gebruikt. Als u WINS-lookup gebruikt voor uw zones, controleert u of WINS de bron is van de incorrecte gegevens.

Zie Problemen met dynamische updates oplossen en Bronrecords beheren voor meer informatie.

Het probleem van de DNS-client wordt niet beschreven in dit onderwerp.

Oorzaak: mijn probleem wordt hier niet beschreven.

Oplossing: Zoek in Microsoft TechNet (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=170) naar de meest recente technische informatie over dit probleem. Hier kunt u zo nodig informatie en instructies met betrekking tot uw huidige probleem vinden.

Als u beschikt over een internetverbinding, kunt u de meest recente updates voor besturingssystemen vinden op de Microsoft Update-website (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=284).


Inhoudsopgave