Een algemene vereiste in computernetwerken is het vermogen om simpele, enkelvoudige namen om te zetten. Enkelvoudige namen stellen computers in staat toegang te verkrijgen tot hosts zoals bestands- en webservers door korte, gemakkelijk te onthouden namen te gebruiken in plaats van de FQDN's (Fully Qualified Domain Names) die de standaardnaamgevingsregel voor DNS (Domain Name System) vormen. Veel netwerken implementeren WINS-technologie (Windows Internet Name Service) en -servers in hun omgeving om het gebruik van enkelvoudige namen mogelijk te maken. Als naamomzettingsprotocol is WINS een alternatief voor DNS. Het is een oudere service die NetBIOS via TCP/IP (NetBT) gebruikt. WINS en NetBT bieden geen ondersteuning voor IPv6-protocollen (Internet Protocol versie 6) en raken daarom geleidelijk in onbruik.

De rol van DNS-server in Windows Server 2008 ondersteunt een speciale zone met de naam GlobalNames om netwerkbeheerders te helpen naar DNS te migreren voor alle naamomzetting. Wanneer u een zone met deze naam implementeert, beschikt u over de statische, globale records met enkelvoudige namen zonder afhankelijk te zijn van WINS. Deze enkelvoudige namen verwijzen meestal naar records voor belangrijke, bekende en algemeen gebruikte servers: servers waaraan reeds statische IP-adressen zijn toegewezen en die momenteel door IT-beheerders met WINS worden beheerd.

De GlobalNames-zone is niet bedoeld om WINS volledig te vervangen. U dient de GlobalNames-zone niet te gebruiken ter ondersteuning van de naamomzetting van records die dynamisch in WINS worden geregistreerd. Dergelijke records vallen in de regel niet onder het beheer van IT-beheerders. Ondersteuning voor deze dynamisch geregistreerde records is niet schaalbaar, vooral voor grotere klanten met meerdere domeinen of forests.

Bepalen of u een GlobalNames-zone moet implementeren

In de volgende gevallen kunt u overwegen een GlobalNames-zone te implementeren:

  • U trekt WINS terug of u bent van plan alleen IPv6 in uw omgeving te implementeren, zodat naamomzetting volledig afhankelijk wordt van DNS.

  • Uw behoefte aan enkelvoudige naamomzetting is beperkt tot belangrijke servers of websites die statisch in DNS kunnen worden geregistreerd. (Doorgaans worden deze namen ook statisch en globaal geconfigureerd in de WINS-database). Hostnamen kunnen niet in de GlobalNames-zone worden geregistreerd door middel van dynamische updates.

  • De achtervoegselzoeklijsten op clientcomputers zijn niet geschikt voor het omzetten van enkelvoudige namen, bijvoorbeeld omdat het aantal doeldoemeinen te groot is of de domeinen niet centraal kunnen worden beheerd ter waarborging van unieke hostnamen. Zie Instellingen voor DNS-clients voor meer informatie over het gebruik van achtervoegselzoeklijsten.

  • Alle DNS-servers die als autoriteit voor uw zones optreden, zijn servers waarop Windows Server 2008 wordt uitgevoerd. Het omzetten van namen die in de GlobalNames-zone zijn geregistreerd, is onderhevig aan de volgende voorwaarden: alle DNS-servers die als autoriteit voor een zone optreden en die clientqueryaanvragen verwerken, moeten Windows Server 2008 gebruiken en moeten hetzij met een lokale kopie van de GlobalNames-zone zijn geconfigureerd, hetzij contact kunnen maken met externe DNS-servers die als host van de GlobalNames-zone fungeren.

Verder verdient het aanbeveling de GlobalNames-zone te integreren in AD DS (Active Directory Domain Services). Integratie in AD DS waarborgt beheergemak en schaalbaarheid in de toekomst.

Een GlobalNames-zone implementeren

Welke stappen u precies moet uitvoeren om een GlobalNames-zone te implementeren is afhankelijk van de AD DS-topologie van uw netwerk.

Stap 1: de GlobalNames-zone maken

Wanneer u een GlobalNames-zone implementeert, moet u de zone eerst maken op een DNS-server met Windows Server 2008 die als domeincontroller fungeert. De GlobalNames-zone is geen speciaal zonetype maar gewoon een met AD DS geïntegreerde zone voor forward lookup met de naam GlobalNames. Zie Een zone voor forward lookup toevoegen voor informatie over het maken van een primaire zone voor forward lookup.

Stap 2: ondersteuning van de GlobalNames-zone inschakelen

De GlobalNames-zone is pas beschikbaar voor naamomzetting waneer ondersteuning van deze zone expliciet is ingeschakeld door de volgende opdracht te gebruiken op elke DNS-server in het forest die als autoriteit optreedt:

dnscmd <ServerName> /config /enableglobalnamessupport 1

Hierbij staat servernaam voor de DNS-naam of het IP-adres van de DNS-server die de host van de GlobalNames-zone is. U kunt de lokale computer opgeven door ServerName te vervangen door een punt (.), bijvoorbeeld dnscmd . /config /enableglobalnamessupport 1.

Stap 3: de GlobalNames-zone repliceren

Als u de GlobalNames-zone beschikbaar wilt maken voor alle DNS-servers en -clients in een forest, repliceert u de zone naar alle domeincontrollers in het forest. Dit houdt in dat u de GlobalNames-zone toevoegt aan de DNS-toepassingspartitie voor het gehele forest. Zie De scope voor zonereplicatie wijzigen voor meer informatie.

Als u de servers die als autoriteit voor de GlobalNames-zone optreden, wilt beperken, kunt u een aangepaste DNS-toepassingspartitie voor het repliceren van de GlobalNames-zone maken. Zie DNS-zonereplicatie in Active Directory Domain Services voor meer informatie.

Stap 4: de GlobalNames-zone vullen

Voeg een CNAME-bronrecord (alias) aan de GlobalNames-zone toe voor elke server waarvoor u omzetting van enkelvoudige namen beschikbaar wilt kunnen maken. Zie Een aliasbronrecord (CNAME) toevoegen aan een zone voor meer informatie.

Stap 5: de locatie van de GlobalNames-zone in andere forests publiceren

Als u wilt dat DNS-clients in andere forests de GlobalNames-zone voor het omzetten van namen gebruiken, voegt u SRV-bronrecords (Service Location) toe aan de DNS-toepassingspartitie voor het gehele forest. Hiervoor gebruikt u de servicenaam _globalnames._msdcs en geeft u de FQDN op van de DNS-server die de host van de GlobalNames-zone is. Zie Een bronrecord aan een zone toevoegen en Dialoogvenster voor nieuwe SRV-bronrecord (Service Location) voor meer informatie.

Bovendien moet u de opdracht dnscmd Servernaam /config /enableglobalnamessupport 1 uitvoeren op elke DNS-server in de forests die als autoriteit optreedt maar niet als host voor de GlobalNames-zone fungeert.

Aanvullende overwegingen

  • Een DNS-server die als autoriteit optreedt, gebruikt standaard eerst lokale zonegegevens om een query te beantwoorden alvorens door middel van de GlobalNames-zone te controleren of de naam bestaat. Als de GlobalNames-zone geen relevante gegevens bevat en omzetting met achtervoegsels mislukt, wordt de omzetting aan WINS overgelaten. Door eerst lokale zonegegevens op te vragen worden de prestaties geoptimaliseerd.

  • Dynamische updates die worden verzonden naar een DNS-server die als autoriteit optreedt, worden eerst gecontroleerd aan de hand van gegevens in de GlobalNames-zone en vervolgens aan de hand van lokale zonegegevens. Hierdoor blijven de namen van GlobalNames-zones uniek.

  • Er zijn geen software-updates nodig om clients in staat te stellen de namen die in de GlobalNames-zone zijn geconfigureerd, om te zetten. Het achtervoegsel voor primaire DNS, verbindingsspecifieke achtervoegsels en de DNS-achtervoegselzoeklijst blijven op de gebruikelijke manier werken.

  • DNS-clientregistratie wordt niet beïnvloed, tenzij een computer probeert een naam te registreren die reeds is geconfigureerd in de GlobalNames-zone.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave