Controlelijst: Een DNS-server migreren

U kunt een DNS-server migreren door een DNS-server met een eerdere versie van Windows op te waarderen tot Windows Server 2008, zonebestanden van een bestaande DNS-server met een andere DNS-serverimplementatie te verplaatsen of zones via zoneoverdracht tussen hoofd- en secundaire zones naar DNS-servers met Windows Server 2008 te migreren. Door een DNS-server (Domain Name System) te migreren kunt u de prestaties, de beveiliging en de betrouwbaarheid van uw DNS-infrastructuur verbeteren en verkrijgt u toegang tot de geavanceerde functies die beschikbaar zijn in Windows Server 2008.

Een DNS-server opwaarderen
Zonebestanden verplaatsen
Zones migreren vanaf BIND-servers
Zones migreren vanaf op Windows gebaseerde DNS-servers

Een DNS-server opwaarderen

Taak	Naslaginformatie
De zones of serverconfiguratiebestanden en -parameters die worden gemaakt en opgeslagen met de Windows Server 2003-versie van de DNS Server-service, worden op dezelfde locaties voor systeemmappen opgeslagen. De gegevens hoeven tijdens het opwaarderen van Windows Server 2003 tot Windows Server 2008 niet te worden geconverteerd.

Zonebestanden verplaatsen

Taak	Naslaginformatie
Kopieer de zone- of opstartbestanden die zijn gemaakt via BIND (Berkeley Internet Name Domain) en die u wilt gebruiken met de DNS Server-service naar de map %systemroot%\System32\DNS op de server waarop Windows Server 2008 wordt uitgevoerd.
Als u een BIND-opstartbestand wilt blijven gebruiken voor de configuratie-instellingen die worden gebruikt bij het starten van de DNS Server-service, wijzigt u de opstartmethode die voor de DNS Server-service wordt gebruikt. U kunt de namen van de zonebestanden (die voldoen aan de BIND-naamgevingsregels) aanpassen aan de naamgevingsregels die worden gehanteerd voor DNS-servers die worden uitgevoerd onder de DNS Server-service die deel uitmaakt van Windows-besturingssystemen.	De opstartmethode voor de DNS-server wijzigen
Als u het BIND-opstartbestand niet migreert of in DNS-beheer de BIND-naam opgeeft bij het maken van de zones, moet u de namen van deze zones wijzigen: Opstartbestand: wijzig named.boot in Boot Bestand voor zone voor forward lookup: wijzig db.domeinnaam in domeinnaam.dns Bestand voor zone voor reverse lookup: wijzig db.notatie_IP-netwerk_forward in notatie_IP-netwerk_reverse.dns Voor een zone voor reverse lookup worden reverse domeinnamen in BIND genoteerd in de notatie voor forward namen van het toegewezen IP-netwerk. Zo wordt de naam van een zone voor reverse lookup die is gemaakt voor het IP-netwerkadres 192.168.1.0 genoteerd als db.192.1.168. Op DNS-servers waarop Windows Server 2008 wordt uitgevoerd, wordt de bestandsnaam echter aangevuld met behulp van de FQDN-naam (Fully Qualified Domain Name) voor de zone, met inbegrip van het domein in-addr.arpa. In dit voorbeeld is de juiste naam voor dezelfde zone in Windows Server 2008 DNS 168.1.192.in-addr.arpa.dns wanneer u het bestand kopieert en de naam ervan wijzigt.

Taak

Naslaginformatie

Kopieer de zone- of opstartbestanden die zijn gemaakt via BIND (Berkeley Internet Name Domain) en die u wilt gebruiken met de DNS Server-service naar de map %systemroot%\System32\DNS op de server waarop Windows Server 2008 wordt uitgevoerd.

Als u een BIND-opstartbestand wilt blijven gebruiken voor de configuratie-instellingen die worden gebruikt bij het starten van de DNS Server-service, wijzigt u de opstartmethode die voor de DNS Server-service wordt gebruikt. U kunt de namen van de zonebestanden (die voldoen aan de BIND-naamgevingsregels) aanpassen aan de naamgevingsregels die worden gehanteerd voor DNS-servers die worden uitgevoerd onder de DNS Server-service die deel uitmaakt van Windows-besturingssystemen.

De opstartmethode voor de DNS-server wijzigen

Als u het BIND-opstartbestand niet migreert of in DNS-beheer de BIND-naam opgeeft bij het maken van de zones, moet u de namen van deze zones wijzigen:

Opstartbestand: wijzig named.boot in Boot
Bestand voor zone voor forward lookup: wijzig db.domeinnaam in domeinnaam.dns
Bestand voor zone voor reverse lookup: wijzig db.notatie_IP-netwerk_forward in notatie_IP-netwerk_reverse.dns

Voor een zone voor reverse lookup worden reverse domeinnamen in BIND genoteerd in de notatie voor forward namen van het toegewezen IP-netwerk. Zo wordt de naam van een zone voor reverse lookup die is gemaakt voor het IP-netwerkadres 192.168.1.0 genoteerd als db.192.1.168. Op DNS-servers waarop Windows Server 2008 wordt uitgevoerd, wordt de bestandsnaam echter aangevuld met behulp van de FQDN-naam (Fully Qualified Domain Name) voor de zone, met inbegrip van het domein in-addr.arpa. In dit voorbeeld is de juiste naam voor dezelfde zone in Windows Server 2008 DNS 168.1.192.in-addr.arpa.dns wanneer u het bestand kopieert en de naam ervan wijzigt.

Aanvullende overwegingen

Als u na de migratie het BIND-opstartbestand gebruikt in combinatie met de DNS Server-service, gelden er nog meer beperkingen voor het gebruik van dit bestand voor de DNS Server-service. Zo worden bepaalde richtlijnen in het BIND-opstartbestand niet ondersteund. Het gaat hierbij met name om xfrnets en andere richtlijnen in bepaalde versies van BIND, zoals versie 8.1.1 of hoger. Zie de artikelen Q194513 en Q234144 in de Microsoft Knowledge Base (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=4441) voor meer informatie.
Als u DNS-zonebestanden handmatig bewerkt, moet u erop letten dat voor de ondersteunde bronrecords van de DNS Server-service de RFC-conforme (Request for Comments) notatie wordt gebruikt. In de meeste gevallen heeft de DNS Server-service geen moeite met het interpreteren en laden van bronrecords uit zonebestanden die oorspronkelijk zijn gemaakt voor DNS-servers op basis van BIND en hoeven de bestanden niet te worden aangepast. Als de opmaak van de records echter afwijkt van de norm, is het mogelijk dat deze door DNS Server-service worden aangemerkt als ongeldige zonegegevens.

Zones migreren vanaf BIND-servers

Taak	Naslaginformatie
Configureer de BIND-servers als masterservers voor de afzonderlijke zones die u wilt migreren.
Voeg op de server met de DNS Server-service secundaire zones toe voor alle bestaande zones die op de DNS-servers op basis van BIND zijn ondergebracht.	Een zone voor forward lookup toevoegen
U kunt zo nodig zones voor reverse lookup maken voor alle bestaande zones voor reverse lookup die zijn ondergebracht op de DNS-servers op basis van BIND.	Een zone voor reverse lookup toevoegen
Na afloop van de zoneoverdrachten zet u de secundaire zones om in primaire zones voor de zones die zijn verkregen op basis van primaire zones op de BIND-servers.	Het zonetype wijzigen
Optioneel: als de DNS-server met Windows Server 2008 een domeincontroller is, slaat u de zone op in AD DS (Active Directory Domain Services).	Het zonetype wijzigen
Configureer de eerdere primaire servers als secundaire servers voor de gemigreerde zones of degradeer deze eerdere primaire servers.
Werk de masterservers voor de resterende secundaire zones zo bij dat de nieuwe primaire DNS-servers worden gebruikt waarop Windows Server 2008 wordt uitgevoerd.

Zones migreren vanaf op Windows gebaseerde DNS-servers

U hoeft deze taken alleen uit te voeren als de zones die u wilt migreren zijn ondergebracht op op Windows gebaseerde servers en niet in AD DS zijn opgeslagen.