Wanneer u een Plug en Play-faxapparaat installeert, wordt dit apparaat gedetecteerd zodra u de service start. Nadat het apparaat is geïnstalleerd, start u de faxservice opnieuw en vernieuwt u de weergave. Het nieuwe apparaat wordt automatisch weergegeven in Fax Service-beheer. Als u een faxapparaat wilt verwijderen, gebruikt u Apparaatbeheer, net als voor andere apparaten. Vervolgens start u de faxservice opnieuw en vernieuwt u de weergave.

De apparatenlijst vernieuwen en de bijgewerkte lijst weergeven
  1. Open Fax Service-beheer.

  2. Klik in het linkerdeelvenster met de rechtermuisknop op Fax en klik vervolgens op Stoppen.

  3. Klik in het linkerdeelvenster met de rechtermuisknop op Fax en klik vervolgens op Starten.

  4. Druk op F5 om de weergave te vernieuwen.

  5. Dubbelklik op Apparaten en providers en klik vervolgens op Apparaten.

  6. In het rechterdeelvenster kunt u de lijst met apparaten bekijken.

Nadat u een apparaat hebt toegevoegd, kunt u een beschrijving toevoegen.

Een apparaatbeschrijving toevoegen
  1. Dubbelklik in het linkerdeelvenster op Fax, dubbelklik op Apparaten en providers en klik vervolgens op Apparaten.

  2. Klik in het linkerdeelvenster met de rechtermuisknop op het apparaat waarvoor u een beschrijving wilt toevoegen en klik vervolgens op Eigenschappen.

  3. Typ een beschrijving in het vak Beschrijving op het tabblad Algemeen.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt alleen faxonderdelen configureren als u lid bent van de groep Administrators of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen.

  • Als u Fax Service-beheer wilt openen, klikt u op Start, wijst u Systeembeheer aan en klikt u vervolgens op Fax Service-beheer.

  • Als u Apparaatbeheer wilt openen, klikt u op Start, wijst u Systeembeheer aan en klikt u vervolgens op Computerbeheer. Dubbelklik in het linkerdeelvenster van Computerbeheer op Systeemwerkset en klik vervolgens op Apparaatbeheer.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave