Items van het type Gevensbron configureren

Met voorkeursitems van het type Gegevensbron kunt u gebruiker- en systeemgegevensbronnen maken, bijwerken, vervangen en verwijderen. In gegevensbronnen wordt informatie opgeslagen over de wijze waarop verbinding moet worden gemaakt met een gegevensprovider. Voordat u een voorkeursitem van het type Gegevensbron maakt, moet u nagaan welk gedrag hoort bij elk van de bij deze extensie behorende actietypen.

Items van het type Gegevensbron maken

Een nieuw voorkeursitem van het type Gegevensbron maken

Open de Console Groepsbeleidsbeheer. Klik met de rechtermuisknop op het groepsbeleidsobject (GPO) waaraan u het nieuwe voorkeursitem wilt toevoegen en klik op Bewerken.
Vouw in de consolestructuur, onder Computerconfiguratie of Gebruikersconfiguratie, de map Voorkeuren uit en vouw de map Instellingen van Configuratiescherm uit.
Klik met de rechtermuisknop op het knooppunt Gegevensbronnen, wijs Nieuw aan en klik vervolgens op Gegevensbron.
Selecteer in het dialoogvenster Nieuwe eigenschappen van gegevensbron een Actie die door groepsbeleid moet worden uitgevoerd. (Zie de sectie 'Acties' in dit onderwerp voor meer informatie.)
Voer de gegevensbroninstellingen in die door groepsbeleid moeten worden geconfigureerd of verwijderd. (Zie de sectie 'Gegevensbroninstellingen' in dit onderwerp voor meer informatie.)
Klik op de tab Algemeen, configureer eventuele opties en typ vervolgens uw opmerkingen in het vak Beschrijving. (Zie Algemene opties configureren voor meer informatie.)
Klik op OK. Het nieuwe voorkeursitem wordt in het detailvenster weergegeven.

Acties

Voor dit type voorkeursitem hebt u keuze uit vier acties: Maken, Vervangen, Bijwerken en Verwijderen. Het gedrag van het voorkeursitem is afhankelijk van de geselecteerde actie en van de vraag of een gegevensbron met die naam aanwezig is.

Maken	Een nieuwe gegevensbronnaam maken voor de gebruiker of computer. Als de gegevensbron aanwezig is, moet u deze niet wijzigen.
Verwijderen	Een gegevensbronnaam voor de gebruiker of computer verwijderen. De extensie voert geen actie uit als de gegevensbron niet aanwezig is.
Vervangen	Een gegevensbronnaam voor de gebruiker of computer verwijderen en opnieuw maken. Het resultaat van de actie Vervangen is dat alle bestaande instellingen die bij de gegevensbronnaam horen, worden overschreven. Als de gegevensbronnaam niet aanwezig is, wordt met de actie Vervangen een nieuwe gegevensbronnaam gemaakt.
Bijwerken	Instellingen van een bestaande gegevensbronnaam wijzigen. Het verschil met de actie Vervangen is dat uitsluitend binnen het voorkeursitem gedefinieerde instellingen worden bijgewerkt. Alle andere instellingen blijven zoals ze eerder werden geconfigureerd. Als de gegevensbronnaam niet aanwezig is, wordt met de actie Bijwerken een nieuwe gegevensbronnaam gemaakt.

Gegevensbroninstellingen

Gebruikersgegevensbron of Systeemgegevensbron

Selecteer de zichtbaarheid van de gegevensbronnaam. Gebruikersgegevensbronnen zijn beschikbaar voor gebruikers die het voorkeursitem ontvangen. Systeemgegevensbron zijn beschikbaar voor alle gebruikers van de computer (inclusief het lokale systeem).

Gegevensbronnaam

Typ de naam die moet worden gebruikt om de gegevensbron aan te duiden. Dit veld accepteert voorkeursverwerkingsvariabelen. Druk op F3 om een lijst weer te geven met variabelen waaruit u kunt kiezen. U kunt een lokale gegevensbronnaam importeren in het voorkeursitem voor gegevensbronnen. Klik op Bladeren (…) om een lijst weer te geven met de gegevensbronnamen op de huidige computer.

	Belangrijk
	Bij het importeren van een bestaande gegevensbronnaam in een voorkeursitem van het type Gevensbron worden kenmerken automatisch ingevuld.

Stuurprogramma

Typ de naam van het ODBC-stuurprogramma dat moet worden gebruikt om verbinding te maken met de gegevensprovider. Klik op Bladeren (…) om het stuurprogramma te selecteren in een lijst met ODBC-stuurprogramma's.

Beschrijving

Voer een omschrijvende tekst voor de gegevensbron in. Dit veld accepteert voorkeursverwerkingsvariabelen. Druk op F3 om een lijst weer te geven met variabelen waaruit u kunt kiezen.

Gebruikersnaam

Typ de gebruikersnaam die moet worden gebruikt voor verbinding met de aangegeven gegevensprovider.

Wachtwoord

Typ het wachtwoord dat moet worden gebruikt voor verbinding met de aangegeven gegevensprovider. Typ hetzelfde wachtwoord in het vak Wachtwoord bevestigen.

	Beveiliging Opmerking
	Voor dit wachtwoord wordt 256 bitsversleuteling met het AES-algoritme (Advanced Encryption Standard) gebruikt. Het wachtwoord wordt als onderdeel van het groepsbeleidobject opgeslagen in SYSVOL. Het wachtwoord moet regelmatig worden gewijzigd en mag niet als enige beveiligingsmethode voor gevoelige gegevens worden gebruikt.

Kenmerken

Met kenmerken voor gegevensbronitems kunt u extra informatie opgeven voor de gegevensprovider. Kenmerken bestaan uit een kenmerknaam en bijbehorende waarde.

Klik op Toevoegen om nieuwe kenmerken te maken in het gegevensbronitem.
Klik op Verwijderen om bestaande kenmerken te verwijderen.
Klik op Wijzigen om de naam of waarde van het kenmerk te wijzigen.

	Belangrijk
	Bij het importeren van een bestaande gegevensbronnaam in een voorkeursitem van het type Gevensbron worden kenmerken automatisch ingevuld.

Aanvullende overwegingen

Gebruik de actie Bijwerken om kenmerken van bestaande gegevensbronnamen toe te voegen of te overschrijven.
Gebruik de actie Vervangen om kenmerken van bestaande gegevensbronnamen te verwijderen.
U kunt doelitems gebruiken om het bereik van voorkeursitems te wijzigen.
Voorkeursitems zijn alleen beschikbaar in op domeinen gebaseerde groepsbeleidsobjecten.

Aanvullende naslaginformatie