Op dit tabblad kunt u de isolatiemodus en HTTP-compressie voor IIS 5.0 (Internet Information Services) inschakelen.

Isolatiemodus

In IIS 6.0 is de standaardprocesmodus ingesteld op de isolatiemodus voor werkprocessen. Voor compatibiliteit met eerdere versies is de isolatiemodus van IIS 5.0 ook beschikbaar.

De WWW-service in IIS 5.0-isolatiemodus uitvoeren

Schakel dit selectievakje in als u de isolatiemodus van IIS 5.0 wilt gebruiken voor toepassingen die niet voldoen aan de isolatiemodusbeperkingen voor werkprocessen, zoals u hieronder kunt zien.

  • ISAPI-toepassingen met meerdere instanties: ISAPI-toepassingen die door meerdere processen worden geladen en gelijktijdig worden uitgevoerd.

  • Buiten werkproces: toepassingen waarmee aanvragen aan andere werkprocessen worden overgedragen. Dit proces wordt niet ondersteund in de isolatiemodus voor werkprocessen.

  • Aangehouden sessiestatus in proces: toepassingen die de sessiestatus in processen aanhouden. De sessiestatus kan tijdens het recyclen van werkprocessen verloren gaan. Dit probleem is niet van toepassing op ASP.NET-toepassingen; in deze toepassingen blijft de status altijd intact.

HTTP-compressie

Selecteer het proces waarmee bestanden moeten worden gecomprimeerd voordat ze naar clients worden verzonden die compressie gebruiken. Wanneer er een bestand wordt aangevraagd, wordt er een gecomprimeerde kopie van het bestand gemaakt die in de cachemap wordt opgeslagen. Wanneer er vervolgens nieuwe aanvragen voor het bestand binnenkomen, wordt het gecomprimeerde bestand verzonden. Bestanden worden alleen gecomprimeerd wanneer ze worden aangevraagd.

Selecteer deze optie als u wilt instellen dat IIS-toepassingen in dezelfde modus voor geïsoleerde processen moeten worden uitgevoerd als in IIS 5.0.

Toepassingsbestanden comprimeren

Schakel dit selectievakje in als u wilt instellen dat toepassingsbestanden door IIS moeten worden gecomprimeerd voordat ze worden opgeslagen in het cachegeheugen van clients die compressie gebruiken.

Statische bestanden comprimeren

Schakel dit selectievakje in als u wilt instellen dat alleen statische bestanden door IIS moeten worden gecomprimeerd voordat ze worden opgeslagen in het cachegeheugen van clients die compressie gebruiken.

Tijdelijke map

Geef het pad naar de cachemap op waarin u de gecomprimeerde bestanden wilt opslaan of klik op Bladeren om de map te zoeken. De map moet zich bevinden in een NTFS-partitie op de lokale vaste schijf en mag niet zijn gedeeld of gemarkeerd voor compressie.

Bladeren

Klik hierop om het pad naar de map te zoeken.

Onbeperkt

Klik hierop als u geen beperking wilt instellen voor de grootte van de cachemap waarin de gecomprimeerde bestanden worden opgeslagen.

Beperkt tot

Klik hierop als u een beperking wilt instellen voor de grootte van de cachemap waarin de gecomprimeerde bestanden worden opgeslagen.

Typ in het daarvoor bestemde vak het maximum aantal megabytes dat in de cachemap kan worden gebruikt.

Verwante onderwerpen

Zie de onlinedocumentatie bij IIS 6.0 op Microsoft Windows Server TechCenter voor meer informatie over de IIS 5.0-compressiemodus en HTTP-compressie.


Inhoudsopgave