Omgevingsvariabelen zijn tekenreeksen die informatie bevatten zoals een bestandsnaam of pad. Deze variabelen regelen de manier waarop verschillende programma's op een computer werken.

Wanneer u een FastCGI-toepassing toevoegt of bewerkt, kunt u waarden definiëren voor de toepassingseigenschappen. U kunt bijvoorbeeld waarden definiëren voor omgevingsvariabelen. Deze omgevingsvariabelen worden door de FastCGI-module ingesteld tijdens het opstarten van een FastCGI-proces. De omgevingsvariabelen worden alleen ingesteld voor het FastCGI-proces en kunnen niet worden waargenomen door andere processen die op die computer worden uitgevoerd. Klik op de knop Bladeren () wanneer u de eigenschap Omgevingsvariabelen instelt om het dialoogvenster Omgevingsvariabelenverzamelingseditor te openen. Hier kunt u optionele omgevingsvariabelen opgeven die worden ingesteld in het uitvoerbaar bestand van FastCGI. Als een van de opgegeven variabelennamen samenvallen met bestaande servervariabelen, worden de variabelen gebruikt die in deze eigenschap zijn opgegeven.

Lijst met elementen van de gebruikersinterface

Elementnaam Beschrijving

Leden

Bevat een lijst met de leden in de verzameling omgevingsvariabelen. Elk lid bestaat uit een naam/waarde-paar. Als u een lid wilt toevoegen, typt u een naam en een waarde in het deelvenster Eigenschappen van naam en klikt u op Toevoegen. Als u een lid wilt verwijderen, markeert u het lid in de lijst en klikt u op Verwijderen. Met de pijlen Omhoog en Omlaag kunt u de volgorde wijzigen waarin deze leden in het bestand ApplicationHost.config worden opgeslagen. Alle naam/waarde-paren zijn uniek. De functionaliteit wordt door de volgorde dus niet gewijzigd.

Naam

Typ een unieke naam voor het lid.

Waarde

Typ een waarde voor het lid. Deze informatie wordt opgeslagen bij de bijbehorende naam in het bestand ApplicationHost.config.

Sorteerpictogrammen

Met deze pictogrammen kunt u de naam/waarde-paren sorteren op categorie, op eigenschappenbladen of alfabetisch.


Inhoudsopgave