Met de functiepagina Compressie kunt u snellere overdrachtstijden leveren tussen IIS en browsers die compressie ondersteunen. Compressie is nuttig als uw site veel bandbreedte gebruikt of als u bandbreedte effectiever wilt gebruiken. Compressie kan de prestaties verbeteren als de netwerkbandbreedte al beperkt is, bijvoorbeeld door mobiele-telefoonclients. Compressie kan ook de prestaties verbeteren in een omgeving met een gegevenscentrum.

IIS beschikt over de volgende opties voor compressie:

  • Alleen statische bestanden

  • Alleen dynamische reacties van toepassingen

  • Zowel statische bestanden als dynamische reacties van toepassingen

Lijst met elementen van de gebruikersinterface

In de volgende tabellen worden de elementen van de gebruikersinterface beschreven die beschikbaar zijn op de functiepagina en in het deelvenster Acties.

Elementen op de functiepagina

ElementnaamBeschrijving

Statische inhoudscompressie inschakelen

Hiermee configureert u IIS voor het comprimeren van statische inhoud.

Opmerking

In tegenstelling tot dynamische reacties, kunnen gecomprimeerde statische reacties over meerdere aanvragen op schijf in de cache worden opgeslagen zonder dat dit een negatief effect heeft op CPU-bronnen. Bij de volgende aanvraag kan een gecomprimeerd bestand worden opgehaald van de schijf, wat zorgt voor betere prestaties omdat de CPU het bestand niet opnieuw hoeft te comprimeren.

Dynamische inhoudscompressie inschakelen

Hiermee configureert u IIS voor het comprimeren van dynamische inhoud.

Opmerking

Compressie van dynamische toepassingsaanvragen kan invloed hebben op CPU-bronnen, omdat IIS geen gecomprimeerde versies van dynamische uitvoer in de cache opslaat. Als compressie is ingeschakeld voor dynamische reacties en IIS een aanvraag ontvangt voor een bron die dynamische inhoud bevat, wordt de reactie die IIS verzendt, elke keer dat deze wordt aangevraagd opnieuw gecomprimeerd. Omdat dynamische compressie veel CPU-tijd en geheugenbronnen kost, kunt u deze optie beter alleen gebruiken op servers die clients met trage netwerkverbindingen hebben, maar die wel CPU-tijd over hebben.

Alleen bestanden comprimeren die groter zijn dan (in bytes)

Hiermee definieert u de minimale bestandsgrootte die door IIS moet worden gecomprimeerd. De standaardgrootte is 256 bytes.

Opmerking

Deze optie is alleen beschikbaar op serverniveau.

Cachemap

Hiermee definieert u het pad van een lokale map waarin een statisch bestand in cache wordt opgeslagen nadat het is gecomprimeerd, tot het bestand is verlopen of totdat de inhoud wordt gewijzigd. Om veiligheidsredenen moet deze tijdelijke map zich op een lokaal station op een NTFS-partitie bevinden. De map kan niet worden gecomprimeerd en mag niet worden gedeeld.

Opmerking

Dit vak is alleen beschikbaar op serverniveau.

Schijfruimtelimiet per groep van toepassingen (in MB)

Hiermee stelt u de maximale hoeveelheid ruimte (in MB) in die IIS mag gebruiken voor het comprimeren van statische inhoud. Als deze instelling is gedefinieerd, leegt IIS automatisch de tijdelijke map wanneer de ingestelde limiet is bereikt. De standaardlimiet is 100 MB per groep van toepassingen.

Opmerking

Deze optie is alleen beschikbaar op serverniveau.

Elementen in het deelvenster Acties

ElementnaamBeschrijving

Toepassen

Hiermee worden de wijzigingen opgeslagen die u hebt aangebracht op de functiepagina.

Annuleren

Hiermee worden de wijzigingen geannuleerd die u hebt aangebracht op de functiepagina.

Zie ook


Inhoudsopgave