Onderdeel Details

Gecontroleerde wachtrij

Geeft het type wachtrij aan waaraan de trigger is gekoppeld. De volgende typen wachtrijen zijn beschikbaar:

  • Wachtrij voor gebruikers

  • Wachtrij voor computerlogboek

  • Wachtrij voor onbestelbare berichten van computer

  • Wachtrij voor onbestelbare transactieberichten van computer

Inspecteren

Hiermee geeft u aan dat de trigger berichten moet verwerken door ze te inspecteren in de gecontroleerde wachtrij.

Ophalen

Hiermee geeft u aan dat de trigger berichten moet verwerken door ze op te halen uit de gecontroleerde wachtrij.

Transactioneel ophalen

Hiermee geeft u aan dat de trigger berichten moet verwerken door ze als transactionele berichten op te halen uit de gecontroleerde wachtrij.

Ingeschakeld

Hiermee geeft u aan dat de trigger is ingeschakeld.

Als u dit selectievakje uitschakelt, wordt de trigger uitgeschakeld.

Met serienummer

Geeft aan dat het een seriële trigger betreft.

Een seriële trigger test bij elk bericht de voorwaarden van alle regels die aan de trigger zijn gekoppeld en voert alle toepasselijke acties uit voordat het volgende bericht wordt verwerkt.


Inhoudsopgave