Onderdeel | Details |
---|---|
Parameter |
Klik op een parameter in de lijst met ondersteunde parameters. |
Letterlijke waarde |
Hier kunt u een waarde typen voor een letterlijke tekenreeks of een numerieke waarde. |
Aanroepparameters |
Hier wordt een lijst weergegeven met de berichtparameters die worden verzonden naar het aangeroepen zelfstandig uitvoerbare programma of COM-onderdeel (Component Object Model). De parameters worden weergegeven in de volgorde waarin ze naar het programma worden overgebracht. |
toevoegen |
Hiermee voegt u de parameters die u in Parameters hebt geselecteerd, toe aan de lijst met aanroepparameters. |
Verwijderen |
Hiermee verwijdert u de parameters die u hebt geselecteerd in Aanroepparameters uit de lijst. |
Omhoog |
Hiermee verplaatst u de parameter die u hebt geselecteerde in Aanroepparameters naar boven in de lijst. U kunt zo de volgorde wijzigen waarin de parameters van een COM-onderdeel of zelfstandig uitvoerbaar bestand naar het programma worden overgebracht. |
Omlaag |
Hiermee verplaatst u de parameter die u hebt geselecteerde in Aanroepparameters naar beneden in de lijst. U kunt zo de volgorde wijzigen waarin de parameters van een COM-onderdeel of zelfstandig uitvoerbaar bestand naar het programma worden overgebracht. |