Als u printerverbindingen met behulp van Groepsbeleid wilt distribueren op computers met versies van Windows die ouder zijn dan Windows 7, moet u het hulpprogramma PushPrinterConnections.exe toevoegen aan een computeropstartscript of een gebruikersaanmeldingsscript. Met het hulpprogramma PushPrinterConnections.exe worden de printerverbindingsinstellingen van het groepsbeleid gelezen en worden de juiste printerverbindingen toegevoegd aan de computer of het gebruikersaccount (of worden bestaande verbindingen bijgewerkt).

Het bestand PushPrinterConnections.exe wordt automatisch gedetecteerd en afgesloten op computers met Windows 7 of Windows Server 2008 R2. Deze computers hebben een ingebouwde ondersteuning voor printerverbindingen die zijn gedistribueerd met groepsbeleid, zodat u dit bestand veilig kunt distribueren naar alle clientcomputers in uw organisatie.

Opmerking

Bij de volgende procedure wordt ervan uitgegaan dat u de versie van de console Groepsbeleidsbeheer (GPMC) gebruikt die is opgenomen in Windows Server 2008 R2. Als u GPMC wilt installeren op Windows Server 2008 R2, gebruikt u de wizard Onderdelen toevoegen in Serverbeheer. Als u een andere versie van GPMC gebruikt, wijken de stappen mogelijk een beetje af.

Het bestand PushPrinterConnections.exe toevoegen aan opstart- en aanmeldingsscripts
  1. Open de GPMC.

  2. Navigeer in de GPMC-consolestructuur naar het domein of de organisatie-eenheid waarin de computer- of gebruikersaccounts worden opgeslagen waarnaar u het hulpprogramma PushPrinterConections.exe wilt distribueren.

  3. Klik met de rechtermuisknop op het groepsbeleidsobject dat de printerverbindingen bevat die u wilt distribueren met het groepsbeleid en klik vervolgens op Bewerken.

  4. Navigeer naar een van de volgende locaties:

    • Als de printerverbindingen per computer worden gedistribueerd, gaat u naar Computerconfiguratie, Beleid, Windows-instellingen, Scripts (Opstarten/Afsluiten).

    • Als de printerverbindingen per gebruiker worden gedistribueerd, gaat u naar Gebruikersconfiguratie, Beleid, Windows-instellingen, Scripts (Aanmelden/Afmelden).

    Opmerking

    Clientcomputers met Windows 2000 ondersteunen geen verbindingen per computer.

  5. Klik met de rechtermuisknop op Opstarten of Aanmelden en klik vervolgens op Eigenschappen.

  6. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen voor Opstarten of Eigenschappen voor Aanmelden op Bestanden weergeven. Het opstart- of aanmeldingsvenster verschijnt.

  7. Kopieer het bestand PushPrinterConnections.exe van de map %WINDIR%\System32 naar het opstart- of aanmeldingsvenster. Hiermee voegt u het hulpprogramma toe aan het groepsbeleidsobject, van waaruit het wordt gedistribueerd naar de andere domeincontrollers met de groepsbeleidsinstellingen.

  8. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen voor Opstarten of Eigenschappen voor Aanmelden op Toevoegen. Het dialoogvenster Script toevoegen wordt weergegeven.

  9. Typ het volgende in het vak Scriptnaam: PushPrinterConnections.exe

  10. Als u regististratie wilt inschakelen op clientcomputers met Windows Server 2003, Windows XP of Windows 2000, typt u in het vak Scriptparameters het volgende: –log

    Logboekbestanden worden naar %WINDIR%\temp\ppcMachine.lo geschreven (voor verbindingen per computer) en naar %temp%\ppcUser.log geschreven (voor verbindingen per gebruiker) op de computer waarop het beleid wordt toegepast.

  11. Klik in het dialoogvenster Script toevoegen op OK.

  12. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen voor Opstarten of Eigenschappen voor Aanmelden op OK.

  13. Gebruik GPMC om het groepsbeleidsobject te koppelen aan andere organisatie-eenheden of domeinen waarnaar u het hulpprogramma PushPrinterConnections.exe wilt distribueren.

Aanvullende overwegingen

  • U moet beheerdersmachtigingen hebben om deze taak uit te voeren.

Aanvullende naslaginformatie