QoS (Quality of Service) voor netwerken is een algemeen geaccepteerde verzameling standaarden en mechanismen waarmee prestaties van hoge kwaliteit voor essentiële toepassingen worden gegarandeerd. Met QoS-mechanismen kunnen netwerkbeheerders uitgaand netwerkverkeer een prioriteit toekennen en de verzendsnelheid ervan beheren. Hierdoor worden bronnen efficiënt gebruikt en wordt het vereiste serviceniveau gewaarborgd.

In Windows Server® 2008 R2 en Windows 7® wordt met op beleid gebaseerde QoS de functionaliteit van QoS-standaarden gecombineerd met de beheermogelijkheden van Groepsbeleid. Dankzij deze combinatie kan QoS-beleid eenvoudig worden toegepast op gebruikersaanmeldingssessies en computers.

Informatie over QoS-beleid

Met behulp van een wizard voor QoS-beleid in de Console Groepsbeleidsbeheer (GPMC) kunt u QoS-beleid in een groepsbeleidsobject configureren. Door het groepsbeleidsobject aan Active Directory-containers zoals sites, domeinen en organisatie-eenheden te koppelen, kunt u het QoS-beleid toepassen om uitgaand verkeer te beheren voor gebruikersaanmeldingssessies of computers die u definieert. U kunt bijvoorbeeld QoS-beleidsinstellingen maken om een markering voor hoge prioriteit te geven aan alle verkeer van een groep servers waarop een essentiële ERP-toepassing (Enterprise Resource Planning) wordt uitgevoerd.

Met op beleid gebaseerde QoS-instellingen in Windows Server 2008 R2 en Windows 7 kunt u uitgaand netwerkverkeer een prioriteit toekennen of de verzendsnelheid ervan beheren op basis van de volgende gegevens:

  • Verzendende toepassing.

  • URL. (Deze ondersteuning is nieuw in Windows Server 2008 R2 en Windows 7.)

  • Bron- of doeladressen of bron- of doeladresvoorvoegsels van het type IPv4 of IPv6 (respectievelijk Internet Protocol versie 4 of 6).

  • Bron- of doelpoorten of bron- of doelpoortbereiken van het type TCP (Transmission Control Protocol) of UDP (User Datagram Protocol).

  • Protocol (TCP of UDP).

U gebruikt een DSCP-waarde (Differentiated Services Code Point) om de prioriteit van verkeer aan te geven. DSCP-waarden worden gedefinieerd in RFC 2474. Met de vertragingsfactor kunt u de verzendsnelheid van verkeer opgeven. U kunt DSCP-markering en vertraging samen gebruiken. U kunt bijvoorbeeld een QoS-beleid maken om alle verkeer dat reageert op aanvragen van http://www.contoso.com, te markeren met de DSCP-waarde 44 en dat uitgaande verkeer te beperken tot een totale snelheid van 500 KBps (kilobytes per seconde).

In de IPv4-header wordt de DSCP-waarde opgeslagen in het TOS-veld (Type of Service). In de IPv6-header wordt deze waarde opgeslagen in het veld Traffic Class. Op routers die DSCP ondersteunen, wordt de DSCP-waarde gelezen en wordt een pakket voor doorsturing in een wachtrij geplaatst. Door wachtrijen en DSCP-waarden voor routers in het netwerk te configureren kunt u gedifferentieerde serviceniveaus realiseren voor verkeer met DSCP-markeringen in het netwerk. Zie 'RFC 2474' (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=139654) voor meer informatie. (Deze pagina is mogelijk Engelstalig.)

Behalve de standaardinstellingen voor QoS-beleid waarmee u een DSCP-waarde en vertragingsfactor kunt opgeven, kunt u geavanceerde QoS-instellingen gebruiken om het doorvoerniveau van ingaand TCP-verkeer te beheren en op te geven of DSCP-markeringsaanvragen van toepassingen (in tegenstelling tot markeringsaanvragen van QoS-beleid) is toegestaan of moet worden genegeerd.

Aanvullende naslaginformatie