Met het krachtige programma Windows Broncontrole krijgt u inzicht in hoe systeembronnen door processen en services worden gebruikt. Behalve dat u met Broncontrole het brongebruik in realtime kunt bekijken, kunt u met het programma ook niet-reagerende processen identificeren, nagaan welke toepassingen bestanden gebruiken, en processen en services beheren.

Broncontrole starten
  • Klik op Start, klik in het vak Zoekopdracht starten, typ resmon.exe en druk op ENTER.

De controle onderbreken of hervatten
  • Als u het verzamelen van gegevens wilt onderbreken en de huidige gegevens wilt bekijken, klikt u op Controle en vervolgens op Controle beëindigen. Als u het verzamelen van gegevens wilt hervatten, klikt u op Controle en vervolgens op Controle starten.

Broncontrole start altijd op dezelfde locatie en met dezelfde weergaveopties als de vorige sessie. U kunt echter op elk gewenst moment de weergavekenmerken opslaan, waaronder het vensterformaat, de kolombreedtes, optionele kolommen, uitgebreide tabellen en het actieve tabblad. Vervolgens kunt u het configuratiebestand openen om de opgeslagen instellingen te gebruiken.

Configuratie-instellingen van Broncontrole opslaan of laden
  • Als u de huidige weergave-instellingen wilt opslaan, klikt u op Bestand en Instellingen opslaan als, typt u een naam in het vak Bestandsnaam en klikt u vervolgens op Opslaan.

    Opmerking

    Selecties voor het filteren van gegevens worden niet als onderdeel van de configuratie-instellingen opgeslagen.

  • U laadt een opgeslagen configuratie door op Bestand en Instellingen laden te klikken, het configuratiebestand uit de lijst te selecteren en vervolgens op Openen te klikken.

Overzicht van Broncontrole

Windows Broncontrole bevat de volgende elementen en functies.

Tabbladen

Broncontrole bevat vijf tabbladen: Overzicht, Processor, Geheugen, Schijf en Netwerk. Op het tabblad Overzicht wordt de basisinformatie over het systeemgebruik weergegeven. De andere tabbladen bevatten informatie over elke specifieke bron.

  • U gaat van het ene naar het andere tabblad door op de tabtitels te klikken.

  • Als u op een tabblad resultaten hebt gefilterd, worden op de andere tabbladen alleen bronnen weergegeven die worden gebruikt door de geselecteerde processen of services. Gefilterde resultaten worden aangegeven door een oranje balk onder de titelbalk van elke tabel. Als u het filteren wilt stoppen terwijl u het huidige tabblad bekijkt, schakelt u in de hoofdtabel het selectievakje naast Image uit.

Tabellen

Elk tabblad in Broncontrole bevat meerdere tabellen die gedetailleerde informatie over de bron van dat tabblad bevatten.

  • Als u een tabel wil uitvouwen of samenvouwen, klikt u op de pijl aan de rechterkant van de titelbalk van de tabel. Niet alle tabellen zijn standaard uitgevouwen.

  • Als u gegevenskolommen in een tabel wilt toevoegen of verbergen, klikt u met de rechtermuisknop op een kolomkop en klikt u vervolgens op Kolommen selecteren. Schakel de selectievakjes voor de kolommen die u wilt weergeven, in of uit. Niet alle kolommen worden standaard weergegeven.

  • De eerste tabel die wordt weergegeven is altijd de hoofdtabel, en deze bevat altijd een volledige lijst met processen die de bron op dat tabblad gebruiken. (De hoofdtabel op het tabblad Overzicht bevat een volledige lijst met processen die op het systeem worden uitgevoerd.)

  • Als u de tabelgegevens wilt sorteren, klikt u op de naam van de kolom waarop u wilt sorteren. Als u de sorteervolgorde wilt omkeren, klikt u nogmaals op de kolomnaam.

  • U kunt de gedetailleerde gegevens in alle tabellen behalve de hoofdtabel filteren op een of meer processen of services. Als u wilt filteren, schakelt u in de hoofdtabel het selectievakje in naast de gewenste processen of services. Als u een proces of service niet langer wilt filteren, schakelt u het betreffende selectievakje uit. Als u het filteren helemaal wilt stoppen, schakelt u het selectievakje naast Image uit.

  • Als u resultaten hebt gefilterd, worden in alle tabellen behalve de hoofdtabel alleen gegevens weergegeven voor de geselecteerde processen of services.

  • Als u definities wilt bekijken van gegevens die in de tabellen worden weergegeven, plaatst u de aanwijzer op de kolomtitel waarover u informatie wenst.

  • Een proces dat niet meer actief is maar dat wel is opgenomen in de momenteel weergegeven gegevens, wordt in het grijs in een tabel vermeld totdat de gegevens verlopen.

Grafiekvenster

Elk tabblad in Broncontrole bevat een grafiekvenster aan de rechterkant van het venster waarin grafieken van de bronnen van dat tabblad worden weergegeven.

  • U kunt de grootte van de grafieken wijzigen door op de knop Weergaven te klikken en een andere grafiekgrootte te selecteren.

  • U kunt het grafiekvenster verbergen door op de pijl boven aan het venster te klikken.

  • Als u gefilterde resultaten hebt, worden de bronnen die worden gebruikt door de geselecteerde processen of services als een oranje lijn in de grafieken weergegeven.

  • Als u meerdere logische processors hebt, kunt u kiezen welke processors in het grafiekvenster moeten worden weergegeven. Klik op het tabblad Processor op Controle en klik vervolgens op Processors selecteren. Schakel in het dialoogvenster Processors selecteren het selectievakje Alle processors uit en schakel vervolgens de selectievakjes in voor de logische processors die u wilt weergeven.

    Opmerking

    Broncontrole geeft één grafiek voor elke logische processor weer. Bijvoorbeeld: bij een computer met één processor die twee kernen heeft, worden in het grafiekvenster van het tabblad Processor twee processorgrafieken weergegeven. Bij computers met meerdere processors die zijn georganiseerd in NUMA-knooppunten, kunt u de menuoptie NUMA-knooppunten selecteren gebruiken om Broncontrole zo te configureren dat alle logische processors in een geselecteerd NUMA-knooppunt worden weergegeven.

Aanvullende naslaginformatie