U kunt Scanbeheer gebruiken om uw domeinscanbronnen vanaf een centrale locatie te beheren. Met Scanbeheer kunt u documentwerkstromen automatiseren door scanprocessen te maken. Een scanproces is een verzameling regels waarmee wordt opgegeven hoe scans worden verwerkt en documenten worden afgeleverd in uw netwerk. Bovendien kunt u scanners in uw netwerk bewaken en alle scangerelateerde gebeurtenissen in een logboek registreren. U kunt de module Scanbeheer gebruiken om scanners te bewaken, scanservers te configureren en scanprocessen te maken.

Nadat u de vereiste onderdelen voor Scanbeheer hebt geïnstalleerd op een computer waarop Windows Server 2008 R2 wordt uitgevoerd, kunt u het volgende doen:

  • Scaninstellingen opgeven en scanners waarop WSD (Web Services on Devices) is ingeschakeld bewaken.

  • Scanservers installeren en configureren die worden gebruikt om te communiceren met scanners waarop WSD is ingeschakeld.

  • Scanprocessen maken. In deze processen kunnen gebruikersmachtigingen, scaninstellingen voor documenten en instellingen voor de aflevering van gescande documenten voor uw netwerk zijn opgegeven.

  • Logboekregistratie configureren om het gebruik van scanbronnen en scangebeurtenissen te volgen.

Scanbeheeronderdelen

Scanbeheer omvat de volgende onderdelen. Op een computer waarop Windows Server 2008 R2 wordt uitgevoerd, worden alle onderdelen geïnstalleerd.

U moet bovendien gebruikmaken van scanners waarop WSD is ingeschakeld om te profiteren van de voordelen van Scanbeheer. TCP/IP-scanners worden niet ondersteund.

  • Functie Afdruk- en documentservices. Met behulp van de wizard Functies toevoegen installeert u eerst de functie Afdruk- en documentservices met gebruikmaking van Serverbeheer. De functie Afdruk- en documentservices omvat vier functieservices: drie zijn vereist om uw netwerkafdrukbronnen te beheren en één is vereist om uw netwerkscanbronnen te beheren.

  • Functieservice Server voor gedistribueerde scans. Vervolgens installeert u de functieservice Server voor gedistribueerde scans met behulp van de wizard Functieservices toevoegen.

  • Scanserver. Wanneer u de functieservice Server voor gedistribueerde scans hebt geïnstalleerd, kunt u naderhand de wizard Scanserver configureren gebruiken om een scanserver te configureren. Scanservers worden gebruikt om scanprocessen uit te voeren. Dit zijn regels waarmee scaninstellingen en instellingen voor de aflevering van gescande documenten voor uw netwerk worden gedefinieerd.

  • Module Scanbeheer. Scanbeheer is de MMC-module (Microsoft Management Console) die bij de functieservice Server voor gedistribueerde scans wordt geïnstalleerd. Deze module voorziet in een centraal beheerpunt van waaraf u scanners waarop WSD is ingeschakeld, scanservers en scanprocessen voor gebruikers en groepen kunt beheren.

    De module Scanbeheer wordt bovendien standaard geïnstalleerd op computers waarop Windows 7 Ultimate en Windows 7 Enterprise worden uitgevoerd zodat u uw scanbronnen extern kunt beheren.

Scanbeheerdocumentwerkstroom

Hieronder worden de processtappen genoemd die aan de orde komen wanneer een document wordt gescand en op uw netwerk wordt afgeleverd. Er wordt ervan uitgegaan dat er al een scanserver is geïnstalleerd en geconfigureerd dat een "bedrijfsscanner" waarop WSD is ingeschakeld deel uitmaakt van uw netwerk.

  1. Met behulp van de module Scanbeheer worden een of meer scanners voor beheer geselecteerd.

  2. Met behulp van de module Scanbeheer worden een of meer scanprocessen voor gebruikers en groepen gemaakt.

  3. Scanprocessen worden automatisch opgeslagen in AD DS (Active Directory Domain Services).

  4. Een gebruiker meld zich bij een scanner aan en zijn of haar referenties worden geverifieerd.

  5. Scanprocessen die voor gebruik door deze gebruiker zijn gemaakt worden uit AD DS geladen en op het bedieningspaneel van de scanner weergegeven.

  6. De gebruiker selecteert het gewenste scanproces en start een documentscan.

  7. Het te scannen document en de gegevens van het geselecteerde scanproces worden naar de scanserver verzonden.

  8. Op de scanserver wordt het scanproces uitgevoerd dat de gebruiker heeft geselecteerd. Het gescande document kan worden verzonden naar een netwerkmap, een Windows SharePoint-website, een e-mailgeadressererde of een combinatie van deze.

  9. De resultaten van de scan worden door de scanserver in een logboekbestand geregistreerd en op het bedieningspaneel van de scanner wordt informatie voor de gebruiker weergegeven.

  10. Als in het scanproces is opgegeven dat een document per e-mail moet worden afgeleverd, ontvangt de gebruiker een e-mailbericht met de melding dat het document is afgeleverd.

Overige informatiebronnen