Op het derde scherm van de wizard kunt u de standaarddatabase en diverse ANSI-opties voor gebruik door het stuurprogramma opgeven, en kunt u aangeven hoe het stuurprogramma opgeslagen procedures moet gebruiken ter ondersteuning van SQLPrepare en of u een reserve-server wilt gebruiken.

Veld Andere standaarddatabase

Het veld Andere standaarddatabase geeft de naam aan van de standaarddatabase voor alle verbindingen die via deze gegevensbron tot stand worden gebracht. Als deze optie niet is geselecteerd, wordt voor verbindingen de standaarddatabase gebruikt die voor de aanmeldings-id op de server is gedefinieerd. Als deze optie wel is geselecteerd, vervangt de database in het veld de standaarddatabase die voor de aanmeldings-id is gedefinieerd. Als het veld Naam van te koppelen databasebestand de naam van een primair bestand bevat, wordt de database die door het primaire bestand wordt beschreven, gekoppeld als database met behulp van de naam in het veld Andere standaarddatabase.

Het gebruik van de standaarddatabase voor de aanmeldings-id is efficiënter dan het gebruik van een standaarddatabase in de ODBC-gegevensbron.

Veld Naam van te koppelen databasebestand

Het veld Naam van te koppelen databasebestand bevat de naam van het primaire bestand voor een koppelbare database. Deze database wordt gekoppeld en als standaarddatabase voor de gegevensbron gebruikt. Geef het volledige pad en de bestandsnaam van het primaire bestand op. De databasenaam in het veld Andere standaarddatabase wordt gebruikt voor de gekoppelde database.

Selectievakje Tijdelijk opgeslagen procedures voor SQL-instructies maken en de opgeslagen procedures verwijderen

Als het vakje Tijdelijk opgeslagen procedures voor SQL-instructies maken en de opgeslagen procedures verwijderen niet is geselecteerd, maakt het Microsoft SQL Server-stuurprogramma geen opgeslagen procedures ter ondersteuning van de ODBC-functie SQLPrepare. Als het vakje wel is geselecteerd, maakt het SQL Server-stuurprogramma tijdelijk opgeslagen procedures ter ondersteuning van de ODBC-functie SQLPrepare.

Optie Alleen wanneer u de verbinding verbreekt

De optie Alleen wanneer u de verbinding verbreekt geeft aan dat tijdelijk opgeslagen procedures voor SQLPrepare worden verwijderd wanneer de ODBC-functie SQLDisconnect wordt aangeroepen. Op deze manier kan het stuurprogramma opgeslagen procedures hergebruiken als eenzelfde SQL-instructie meerdere keren wordt voorbereid, waardoor de overhead als gevolg van de verwijdering van de opgeslagen procedures terwijl de toepassing actief is, afneemt. Er kan een groot aantal tijdelijk opgeslagen procedures ontstaan als u deze optie selecteert voor een toepassing die langdurig actief is zonder dat de verbinding wordt verbroken, of voor een toepassing die SQLPrepare veelvuldig aanroept.

Optie Wanneer u de verbinding verbreekt en indien nodig tijdens de verbinding

De optie Wanneer u de verbinding verbreekt en indien nodig tijdens de verbinding geeft aan dat tijdelijk opgeslagen procedures voor SQLPrepare worden verwijderd als SQLDisconnect wordt aangeroepen, als SQLFreeHandle wordt aangeroepen voor de instructie-ingang, als SQLPrepare of SQLExecDirect wordt aangeroepen voor de verwerking van een nieuwe SQL-instructie via dezelfde instructie-ingang, of als een catalogusfunctie wordt aangeroepen. Er ontstaat enige overhead omdat de tijdelijk opgeslagen procedures worden verwijderd terwijl de toepassing wordt uitgevoerd, maar dit voorkomt een groot aantal tijdelijk opgeslagen procedures voor toepassingen die langdurig actief zijn.

Selectievakje Id's tussen aanhalingstekens volgens ANSI-standaard gebruiken

Het selectievakje Id's tussen aanhalingstekens volgens ANSI-standaard gebruiken geeft aan dat QUOTED_IDENTIFIERS wordt ingesteld als het ODBC-stuurprogramma van SQL Server verbinding maakt. Als deze optie is geselecteerd, dwingt SQL Server de ANSI-regels met betrekking tot aanhalingstekens af. Dubbele aanhalingstekens kunnen alleen worden gebruikt voor identificaties, zoals kolom- en tabelnamen. Tekenreeksen moeten tussen enkele aanhalingstekens staan:

Kopieercode
SELECT "au_id"
FROM "authors"
WHERE "au_lname" = 'O''Brien'

Als deze optie niet is geselecteerd, treden in toepassingen die gebruikmaken van id’s tussen aanhalingstekens (zoals het hulpprogramma Microsoft Query, dat wordt geleverd bij Microsoft Excel), fouten op bij het genereren van SQL-instructies met id’s tussen aanhalingstekens.

Selectievakje ANSI-standaard gebruiken voor Null-waarden, opvulling en waarschuwingen

Het selectievakje ANSI-standaard gebruiken voor Null-waarden, opvulling en waarschuwingen geeft aan dat de opties ANSI_NULLS, ANSI_WARNINGS en ANSI_PADDINGS worden ingesteld als het SQL Server-stuurprogramma verbinding maakt.

Wanneer ANSI_NULLS is ingesteld, dwingt de server de ANSI-regels met betrekking tot kolomvergelijkingen op NULL af. Voor alle NULL-vergelijkingen moet de ANSI-syntaxis "IS NULL" of "IS NOT NULL" worden gebruikt. De Transact-SQL-syntaxis "= NULL" wordt niet ondersteund.

Wanneer ANSI_WARNINGS is ingesteld, geeft SQL Server een waarschuwingsbericht uit als de ANSI-regels worden overtreden maar de Transact-SQL-regels niet worden overtreden. Voorbeelden van dergelijke fouten zijn gegevensafkapping bij het uitvoeren van een instructie INSERT of UPDATE en null-waarden die in een statistische functie worden aangetroffen.

Wanneer ANSI_PADDING is ingesteld, worden volgspaties in varchar-waarden en volgnullen in varbinary-waarden niet automatisch verwijderd.

Selectievakje De reserve-SQL-server gebruiken als de primaire SQL-server niet beschikbaar is

Als er een reserve-server is gedefinieerd voor de SQL Server in de gegevensbron, geeft het selectievakje De reserve-SQL-server gebruiken als de primaire SQL-server niet beschikbaar is aan dat het SQL Server-stuurprogramma verbindingsgegevens voor de reserve-server ophaalt bij het verbinden met de opgegeven primaire server. Als de verbinding tussen de toepassing en de primaire SQL Server verbroken wordt, wordt de huidige transactie opgeschoond en wordt geprobeerd opnieuw verbinding te maken met de primaire SQL Server. Als de primaire server niet beschikbaar is voor het stuurprogramma, wordt automatisch verbinding gemaakt met de reserve-server. Deze optie is uitgeschakeld als de server geen ondersteuning biedt voor reservebewerkingen.