Met de wizard Opslagruimte creëren in Share- en opslagbeheer kunt u LUN's (logische-eenheidsnummers) maken op Fibre Channel- en iSCSI-subsystemen voor schijven die zijn aangesloten op uw server. Daarna kunt u het LUN toewijzen aan uw server of aan andere servers in het netwerk. Terwijl u het LUN maakt, kunt u tevens een volume op het LUN maken en dit formatteren.

Een LUN is een logische verwijzing naar een gedeelte van een opslagsubsysteem. Een LUN kan bestaan uit een schijf, een sectie van een schijf, een volledige reeks schijven of een sectie van een reeks schijven in het subsysteem. Met LUN's wordt het beheer van opslagbronnen eenvoudiger omdat ze dienen als logische identificaties waarmee u toegangs- en beheermachtigingen kunt toewijzen.

Als u een LUN op een subsysteem voor schijfopslag wilt maken, moet u eerst controleren of wordt voldaan aan alle vereisten die hieronder worden genoemd:

  • VDS (Virtual Disk Service) moet door het opslagsubsysteem worden ondersteund.

  • De VDS-hardwareprovider voor het opslagsubsysteem moet op de server zijn geïnstalleerd.

  • Op het subsysteem moet opslagruimte beschikbaar zijn.

  • Het opslagsubsysteem moet rechtstreeks aan de server zijn gekoppeld of via het netwerk toegankelijk zijn.

  • Als u het LUN niet aan de server zelf wilt toewijzen waarop de wizard wordt uitgevoerd, maar aan een andere server of een ander cluster, moeten de serververbindingen zijn geconfigureerd met Opslagbeheer voor SAN's. Zie het onderwerp over serververbindingen beheren (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=94431 (de pagina is mogelijk Engelstalig)) voor meer informatie.

    Opmerking

    Opslagbeheer voor SAN's is een optioneel onderdeel dat niet standaard wordt geïnstalleerd. Als u dit onderdeel nog niet hebt geïnstalleerd, kunt u dit alsnog doen via Serverbeheer (klik in het knooppunt Onderdelen op Onderdelen toevoegen).

  • Als u een LUN op een iSCSI-subsysteem maakt, moeten de iSCSI-initiators en -doelen in uw SAN zijn geconfigureerd. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=93543 (de pagina is mogelijk Engelstalig) voor meer informatie over iSCSI.

  • Als de server waaraan u het LUN toewijst toegang tot het LUN zal hebben via meer dan één Fibre Channel-poort of iSCSI-initiator, moet Multipath I/O op die server zijn geïnstalleerd en worden uitgevoerd.

    Waarschuwing

    Als u het LUN toewijst aan een server waarop Multipath I/O niet is geïnstalleerd en de toegang van deze server tot het LUN verloopt via meer dan één Fibre Channel-poort of iSCSI-initiator, kan gegevensverlies optreden. Zie Ondersteuning voor MPIO (Multipath I/O) voor meer informatie.

  • Als u het LUN wilt toewijzen aan een cluster, moet het cluster volledig zijn geconfigureerd door het installeren van Failover Clustering.

    Waarschuwing

    Zorg dat elke server deel uitmaakt van slechts één cluster en dat op elke server in het cluster Failover Clustering is geïnstalleerd om gegevensverlies te voorkomen. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=86168 (de pagina is mogelijk Engelstalig) voor meer informatie over het installeren van Failover Clustering.

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Administrators of een vergelijkbare groep. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83477 (de pagina is mogelijk Engelstalig) voor details over het gebruik van de juiste accounts en groepslidmaatschappen.

Opslagruimte creëren
  1. Klik in het deelvenster Acties op Opslagruimte creëren.

  2. Selecteer de optie Op een opslagsubsysteem op de pagina Opslagbron en klik op Volgende.

  3. Volg de stappen in de wizard om het LUN te maken en te configureren.

Aanvullende overwegingen

  • Als er geen opslagsubsystemen zijn aangesloten op uw server, de VDS-hardwareproviders niet zijn geïnstalleerd of er in geen enkel subsysteem opslagruimte beschikbaar is, is de optie Op een opslagsubsysteem in de wizard Opslagruimte creëren niet beschikbaar.

  • Als u een LUN maakt maar hierop geen volume maakt, kunt u later alsnog een volume maken met Schijfbeheer.

  • Klik op Start, wijs Systeembeheer aan en klik vervolgens op Share- en opslagbeheer om Share- en opslagbeheer te openen.

Aanvullende naslaginformatie