U kunt de instellingen op dit tabblad alleen gebruiken voor deze netwerkverbinding als u de optie Automatisch een IP-adres laten toewijzen op het tabblad Algemeen niet gebruikt.

Onder IP-adressen worden aanvullende IPv4-adressen (Internet Protocol versie 4) vermeld die kunnen worden toegewezen aan deze netwerkverbinding. U kunt een onbeperkt aantal IP-adressen instellen. Deze instelling is nuttig wanneer deze computer is aangesloten op één fysiek netwerk, maar er om een van de volgende redenen geavanceerde IP-adressering is vereist:

  • Er is één logisch IP-netwerk in gebruik en deze computer moet meerdere IP-adressen gebruiken om in dat netwerk te communiceren.

  • Er zijn meerdere logische IP-netwerken in gebruik en deze computer heeft voor de communicatie met elk van deze logische IP-netwerken een afzonderlijk IP-adres nodig.

Onder Standaardgateways vindt u IP-adressen voor aanvullende standaardgateways die kunnen worden gebruikt voor deze netwerkverbinding. Een standaardgateway is een lokale IP-router die wordt gebruikt om gegevenspakketten door te sturen naar bestemmingen die buiten het lokale netwerk liggen.

Met Automatische metric wordt bepaald of met de TCP/IP automatisch een interface-metric wordt berekend die is gebaseerd op de snelheid van de interface. De interface met de hoogste snelheid heeft de laagste interface-metric.

Interface-metric biedt een locatie waar u een waarde kunt typen voor de interface-metric voor deze netwerkverbinding. Een lagere waarde voor de interface-metric duidt op een hogere gebruiksprioriteit voor deze interface.

Procedures

Aanvullende IP-adressen configureren voor deze verbinding
  1. Klik bij IP-adressen op Toevoegen.

  2. Typ een IP-adres bij IP-adres.

  3. Typ een subnetmasker bij Subnetmasker en klik vervolgens op Toevoegen.

  4. Herhaal stap 1 tot en met 3 voor elk IP-adres dat u wilt toevoegen en klik vervolgens op OK.

Aanvullende standaardgateways configureren voor deze verbinding
  1. Klik op het tabblad IP-instellingen bij Standaardgateways op Toevoegen.

  2. Typ bij TCP/IP-gatewayadres het IP-adres van de standaardgateway bij Gateway. Als u een standaardroutemetric handmatig wilt configureren, schakelt u het selectievakje Automatische metric uit en typt u een metric bij Metric.

  3. Klik op Toevoegen.

  4. Herhaal stap 1 tot en met 3 voor elke standaardgateway die u wilt toevoegen en klik vervolgens op OK.

Een aangepaste metric configureren voor deze verbinding
  • Schakel het selectievakje Automatische metric uit en typ vervolgens een waarde bij Interface-metric.

Aanvullende naslaginformatie