Op het tabblad Multicast kunt u het multicast-IP-adres instellen en de instellingen opgeven voor de manier waarop de multicastoverdrachten worden overgebracht. U geeft dit tabblad weer door in de MMC-console met de rechtermuisknop op de server te klikken en vervolgens Eigenschappen te kiezen. Zie Een multicastoverdracht inschakelen voor een installatiekopie voor meer informatie over multicasting.

Belangrijk

Nadat u de Windows Deployment Services-server hebt geconfigureerd en u een van deze opties of het RPC-poortnummer wijzigt (met wdsutil /set-server /rpcport:<portnum>), moet u Windows Deployment Services opnieuw starten voordat de wijzigingen van kracht worden. Doet u dit niet, worden de oude waarden op de server gebruikt en wordt op de server mogelijk niet op clientaanvragen gereageerd. Als u de service opnieuw wilt starten, klikt u met de rechtermuisknop op Windows Deployment Services in de MMC-module en klikt u vervolgens op Opnieuw starten.

OptieToelichting

IP-multicastadres

Deze instelling is alleen van toepassing als u multicastoverdrachten wilt inschakelen. Hierbij kunt u uit de volgende opties kiezen:

  • IP-adres verkrijgen van DHCP. U kunt deze optie alleen selecteren als deze door de DHCP-server wordt ondersteund. Met deze optie wordt het IP-adres voor elke naamruimte bepaald via het MADCAP-protocol (Multicast Address Dynamic Client Allocation Protocol) (RFC 2730). Zie MADCAP-protocol (Multicast Address Dynamic Client Allocation Protocol) (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=81507 (de pagina is mogelijk Engelstalig)) voor meer informatie. U kunt deze optie instellen om het beheer te vereenvoudigen, bijvoorbeeld als u meerdere Windows Deployment Services-servers hebt voor dezelfde clients.

    Deze optie komt overeen met volgende opdracht:

    WDSUTIL /Set-Server [/Server:<name>] /Transport /ObtainIPv4From:DHCP

  • IP-adres uit het volgende bereik gebruiken. Met deze optie geeft u aan welk IP-adresbereik moet worden gebruikt voor de Windows Deployment Services-server. Zorg er bij het instellen van het bereik voor dat dit niet overlapt met het bereik dat u voor andere servers hebt gedefinieerd. Deze optie komt overeen met volgende opdracht:

    WDSUTIL /Set-Server [/Server:<name>] /Transport /ObtainIPv4From:Range /Start:x.x.x.x /End:y.y.y.y

Overdrachtinstellingen

Deze instellingen zijn alleen beschikbaar voor clients die worden opgestart met een opstartinstallatiekopie van Windows 7 of Windows Server 2008 R2. Met deze instellingen kunt u het volgende inschakelen:

  • Overdracht van afzonderlijke streams. Met de eerste instelling wordt voor alle clients één multicaststream gebruikt, ongeacht de snelheid van de client.

  • Overdracht van meerdere streams. Met de volgende twee instellingen kunt u de langzamere clients scheiden en in een eigen multicaststream plaatsen. Hiermee verloopt de implementatie van snellere clients spoediger en wordt deze niet vertraagd door de langzamere clients.

  • Verbinding automatisch verbreken. Met de laatste optie kunt u automatisch de clients laten stoppen waarvan de snelheid onder de opgegeven waarde ligt. Op de clients waarvan de verbinding wordt verbroken, wordt de overdracht van de installatiekopie voortgezet met behulp van unicasting.


Inhoudsopgave