LUN's (Logical Unit Number) die op een iSCSI-schijfopslagsubsysteem zijn gemaakt, worden niet, zoals in een Fibre Channel-omgeving, rechtstreeks aan een server toegewezen. Voor iSCSI worden LUN's toegewezen aan logische entiteiten die doelen worden genoemd. Servers waarvoor toegang tot een LUN vereist is, moeten verbinding maken met het doel waaraan het LUN is toegewezen. Een server in het SAN (Storage Area Network) maakt gebruikt van een iSCSI-initiator om verbinding te maken met een doel.

Opmerking

In de meeste gevallen kunt u zelf doelen maken en beheren. Sommige iSCSI-opslagsubsystemen ondersteunen echter alleen eenvoudige doelconfiguraties, waarin doelen automatisch worden gemaakt op het moment dat u een LUN maakt. Met eenvoudige doelconfiguraties kunt u ook geen doel verwijderen of handmatig LUN's aan dat doel toewijzen. LUN's worden automatisch toegewezen wanneer ze worden gemaakt. Voor dit type subsysteem moet u de server of de servergroep identificeren die toegang tot het LUN zoekt. Het iSCSI-subsysteem maakt vervolgens de toegang van die server of dat cluster naar het LUN mogelijk.

Als u de iSCSI-verbindingen wilt configureren, moet u eerst de server identificeren die het LUN gebruikt en vervolgens de iSCSI-initiatoradapters selecteren die voor LUN-toegang worden gebruikt. iSCSI-initiatoradapters op een server worden automatisch door Opslagbeheer voor SAN's gevonden.

Belangrijk

Met dit onderdeel kunt u een specifieke subset taken voor iSCSI-configuratie en -beheer uitvoeren. U kunt deze en andere taken ook uitvoeren met de Microsoft iSCSI-initiator, die deel uitmaakt van Systeembeheer in Windows Server 2008. Daarnaast bieden leveranciers van netwerk- en opslagoplossingen vergelijkbare hulpmiddelen voor het uitvoeren van iSCSI-configuratietaken en -beheertaken. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=102299 voor meer informatie over iSCSI.

Zie iSCSI-doelen beheren voor informatie over het maken en configureren van en aanmelden bij een iSCSI-doel.

Lidmaatschap van de lokale groep Administrators , of daaraan gelijk, is minimaal vereist om deze procedure te voltooien. Bekijk de details over het gebruik van de juiste accounts en groeplidmaatschappen op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83477.

Een server met iSCSI-verbindingen toevoegen en configureren
  1. Klik in de consolestructuur voor Opslagbeheer voor SAN's op LUN-beheer.

  2. Klik in het deelvenster Acties op Serververbindingen beheren.

  3. Klik in het dialoogvenster Serververbindingen beheren op Toevoegen.

  4. Typ in het dialoogvenster Server toevoegen de naam van de server of blader naar de server die u wilt toevoegen en typ eventueel een beschrijving voor de server.

  5. Klik op OK. De server wordt nu weergegeven in het dialoogvenster Serververbindingen beheren en alle initiatoradapters die automatisch op de server zijn gevonden, worden weergegeven op het tabblad iSCSI-initiatoradapters.

  6. iSCSI-initiatoradapters voor LUN-toegang inschakelen:

    1. Selecteer een server in de lijst met servers.

    2. Selecteer op het tabblad iSCSI-initiatoradapters alle initiatoradapters die u op de geselecteerde server wilt inschakelen.

      Waarschuwing

      Als u meer dan één iSCSI-initiatoradapter inschakelt en de server niet is geconfigureerd voor het gebruik van meerdere I/O-paden, kunnen gegevens beschadigd raken. Zie Ondersteuning voor MPIO (Multipath I/O) voor meer informatie over het gebruik van meerdere I/O-paden.

  7. Klik op OK wanneer u de iSCSI-verbindingen hebt geconfigureerd.

    Opmerking

    U kunt eventueel ook de naam van de iSCSI-initiator wijzigen door in het beschikbare tekstvak op het tabblad iSCSI-initiatoradapters een nieuwe naam te typen.