Met Opslagverkenner kunt u zich aanmelden bij doelen in uw SAN (Storage Area Network) en de verbindingsinstellingen voor elke sessie kiezen.

Belangrijk

Met dit onderdeel kunt u een specifieke subset taken voor iSCSI-configuratie en -beheer uitvoeren. U kunt deze en andere taken ook uitvoeren met de Microsoft iSCSI-initiator, die deel uitmaakt van Systeembeheer in Windows Server 2008 of hoger. Daarnaast bieden leveranciers van netwerk- en opslagoplossingen vergelijkbare hulpmiddelen voor het uitvoeren van iSCSI-configuratietaken en -beheertaken. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=102299 (de pagina is mogelijk Engelstalig) voor meer informatie over iSCSI.

Doelen worden gemaakt om de verbindingen te beheren tussen een iSCSI-apparaat en de servers die toegang tot het iSCSI-apparaat moeten hebben. In een doel worden de portals (IP-adressen) gedefinieerd die kunnen worden gebruikt om verbinding te maken met het iSCSI-apparaat, en de beveiligingsinstellingen (indien aanwezig) die voor het iSCSI-apparaat vereist zijn om de servers te verifiëren die toegang tot de bronnen van het apparaat aanvragen.

Servers waarvoor toegang tot de opslagbronnen op een iSCSI-apparaat vereist is, moeten verbinding maken met het doel waaraan die opslagbronnen zijn toegewezen. Een server in het SAN maakt gebruikt van een iSCSI-initiator om verbinding met een doel te maken. Een iSCSI-initiator is een logische entiteit die het de server mogelijk maakt met het doel te communiceren. De iSCSI-initiator meldt zich eerst aan bij het doel en vraagt dan om een sessie te starten. De sessie moet worden goedgekeurd door het doel en moet tot stand worden gebracht voordat de server toegang kan krijgen tot de opslagbronnen.

Lidmaatschap van de lokale groep Administrators , of daaraan gelijk, is minimaal vereist om deze procedure te voltooien. Bekijk de details over het gebruik van de juiste accounts en groeplidmaatschappen op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83477.

Aanmelden bij een doel
  1. Selecteer in Servers het doel waarbij u zich wilt aanmelden.

  2. Klik in het deelvenster Acties op Aanmelden bij doel.

  3. Als u wilt dat deze aanmeldingssessie automatisch opnieuw tot stand wordt gebracht elke keer dat het systeem opnieuw wordt opgestart, schakelt u het selectievakje Deze verbinding automatisch herstellen als het systeem wordt opgestart in.

  4. Als u diverse paden van een server naar dit doel activeert, schakelt u het selectievakje Meerdere paden inschakelen in.

    Waarschuwing

    Als er twee of meer iSCSI-initiatoradapters zijn ingeschakeld op een server die toegang heeft tot dit doel en de server niet is geconfigureerd voor het gebruik van MPIO, kunnen gegevens beschadigd raken. Zie Ondersteuning voor meerdere paden gebruiken voor meer informatie over het gebruik van MPIO.

  5. De verbindingsinstellingen kiezen:

    1. Klik op Verbinding.

    2. Selecteer in het dialoogvenster Verbindingsinstellingen voor aanmelding de doelportal waarmee u verbinding wil maken, de lokale adapter en het IP-bronadres.

    3. Als u de integriteit wilt beschermen van elk gegevenspakket dat via het netwerk wordt verzonden, schakelt u het selectievakje Gegevensverwerking of Header-verwerking in (of beide). Wanneer u deze opties inschakelt, worden opdrachten gecontroleerd en geweigerd als er een fout optreedt.

    4. Als u CHAP-verificatie (Challenge Handshake Authentication Protocol) wilt gebruiken wanneer u verbinding maakt met het doel, schakelt u het selectievakje Informatie voor CHAP-aanmelding in.

    5. Kies de benodigde CHAP-parameters en klik op OK. Zie iSCSI-beveiliging voor meer informatie over CHAP.

      Belangrijk

      Als u ervoor hebt gekozen om RADIUS-verificatie te gebruiken, moet u de iSCSI-initiators en -doelen in uw SAN configureren voor het gebruik van dit type iSCSI-beveiliging. Deze configuratie wordt niet uitgevoerd in Opslagverkenner, maar in de configuratieprogramma's voor initiators en doelen, zoals iSCSI-initiator in het Configuratiescherm.

  6. De IPSec-instellingen (Internet Protocol Security) kiezen:

    1. Klik op IPSec.

    2. Schakel in het dialoogvenster IPSec het selectievakje IPSec-instellingen inschakelen in.

    3. Kies de IPSec-parameters die u wilt gebruiken en klik op OK. Zie iSCSI-beveiliging voor meer informatie over IPSec.

  7. Als u zich wilt aanmelden bij het doel met de geselecteerde verbindingsinstellingen en IPSec-instellingen, klikt u op OK.

Aanvullende overwegingen

  • Als u zich niet kunt aanmelden bij een doel, controleert u of de iSCSI-initiator op uw server correct is geconfigureerd en of u de juiste verbinding en IPSec-instellingen hebt gekozen. De instellingen die u kiest in Opslagverkenner voor aanmelding bij een doel, moeten overeenkomen met de instellingen die vereist zijn voor dat doel.

  • Welk beveiligingsniveau u voor een opslagsubsysteem kunt instellen, is afhankelijk van de hardwarefabrikant. Niet alle subsystemen ondersteunen alle niveaus van iSCSI-beveiliging. Neem contact op met uw hardwarefabrikant om na te gaan welk niveau van beveiliging wordt ondersteund.

Aanvullende naslaginformatie