Services worden vaak uitgevoerd met standaardinstellingen. Een service kan bijvoorbeeld automatisch worden uitgeschakeld bij het opstarten. U kunt de module Services gebruiken om de standaardinstellingen voor een service te wijzigen. Dit is handig als u problemen met services oplost of als u het beveiligingsaccount moet wijzigen waaronder een service wordt uitgevoerd.

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Accountoperators, Domeinadministrators, Ondernemingsadministrators of een vergelijkbare groep. Lees de informatie onder Aanvullende overwegingen in dit onderwerp.

Configureren hoe een service wordt gestart

Met de Windows-interface configureren hoe een service wordt gestart
  1. Klik op Start, klik in het vak Zoekopdracht starten, voer services.msc in en druk op ENTER.

  2. U kunt eventueel een lijst met de bestaande instellingen exporteren en opslaan. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op Services, selecteer Lijst exporteren en sla de lijst met instellingen op.

  3. Klik in het detailvenster met de rechtermuisknop op de service die u wilt configureren en klik vervolgens op Eigenschappen.

  4. Klik op het tabblad Algemeen in Opstarttype op Automatisch, Handmatig, Uitgeschakeld of Automatisch (vertraagd starten).

  5. Als u het gebruikersaccount wilt opgeven dat door de service voor aanmelding kan worden gebruikt, klikt u op het tabblad Aanmelden en voert u een van de volgende handelingen uit:

    • Als u wilt opgeven dat door de service het lokale systeemaccount wordt gebruikt, klikt u op Lokaal systeemaccount.

    • Als u wilt opgeven dat door de service het lokale serviceaccount wordt gebruikt, klikt u op Dit account en voert u vervolgens NT AUTHORITY\LocalService in.

    • Als u wilt opgeven dat door de service het serviceaccount van het netwerk wordt gebruikt, klikt u op Dit account en voert u vervolgens NT AUTHORITY\NetworkService in.

    • Als u een ander account wilt opgeven, klikt u op Dit account en Bladeren en geeft u vervolgens een gebruikersaccount in het dialoogvenster Gebruiker selecteren op. Klik op OK als u klaar bent.

  6. Voer het wachtwoord voor het gebruikersaccount bij Wachtwoord en Bevestig het wachtwoord in en klik vervolgens op OK. Als u het lokale serviceaccount of het netwerkserviceaccount selecteert, geeft u geen wachtwoord op.

Met de opdrachtregel configureren hoe een service wordt gestart

Aanvullende overwegingen

  • U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u lid bent van de groep Accountoperators, de groep Domeinadministrators of de groep Ondernemingsadministrators, of als de benodigde bevoegdheid aan u is overgedragen. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u beter Run as gebruiken om deze procedure uit te voeren.

  • Als u de standaardinstellingen van een service wijzigt, werken sommige hoofdservices mogelijk niet meer correct. U moet met name voorzichtig zijn wanneer u de instellingen Opstarttype en Aanmelden als wijzigt van services die zodanig zijn geconfigureerd dat ze automatisch worden gestart.

  • In de meeste gevallen is het raadzaam de instelling Service kan interactief met bureaublad worden uitgevoerd niet te wijzigen. Als u de service interactief laat uitvoeren met het bureaublad, wordt alle informatie die door de service op het bureaublad wordt weergegeven, ook op het interactieve bureaublad van de gebruiker weergegeven. Een kwaadwillende gebruiker kan de controle over de service overnemen of deze vanaf het interactieve bureaublad aanvallen.

  • Het lokale serviceaccount en het netwerkserviceaccount zijn geconfigureerd met een leeg wachtwoord. De wachtwoordgegevens die u opgeeft, worden genegeerd.

  • Het is raadzaam om voor gebruikersaccounts die worden gebruikt voor aanmelding als service het selectievakje Wachtwoord verloopt nooit in het dialoogvenster Eigenschappen in te schakelen en om deze accounts sterke wachtwoorden te geven.

  • Als er een accountvergrendelingsbeleid is ingeschakeld en het account wordt vergrendeld, wordt de service niet gestart.

  • Als u een service in- of uitschakelt en vervolgens problemen ondervindt met het opstarten van de computer, kunt u de computer in de veilige modus opstarten. In de veilige modus worden hoofdservices die vereist zijn om het besturingssysteem te starten, in een standaardschema gestart, ongeacht eventuele wijzigingen die in de service-instellingen zijn aangebracht. Als de computer in de veilige modus is opgestart, kunt u de serviceconfiguratie wijzigen of de standaardconfiguratie herstellen.

  • Als u een account opgeeft waarmee aanmelding als service niet is toegestaan, worden door de module Services automatisch de benodigde machtigingen aan dit account verleend op de computer die u beheert.

Aanvullende naslaginformatie

Zie W32tm op https://go.microsoft.com/fwlink/?linkid=69453 (de pagina is mogelijk Engelstalig) voor informatie over het configureren van de Windows Time-service.

Zie het onderwerp over standaardinstellingen voor services op https://go.microsoft.com/fwlink/?linkid=68107 (de pagina is mogelijk Engelstalig) voor meer informatie over de gebruikersaccounts die door een service voor aanmelding worden gebruikt.