In dit gedeelte worden de stappen en overwegingen beschreven die van belang zijn als u schijven naar een andere computer verplaatst. Druk deze procedure af of noteer de stappen voordat u daadwerkelijk een schijf gaat verplaatsen.
Als u de onderstaande stappen wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Back-upoperators of Administrators.
Controleren of het volume in orde is
Ga met Schijfbeheer na of de status van de volumes op de schijven In orde is. Als dit niet het geval is, moet u de volumes eerst herstellen voordat u de schijven verplaatst.
Bekijk de kolom Status om de volumestatus te controleren. U vindt deze in de volumelijst of onder de informatie over de grootte van het volume en het bestandssysteem in de grafische weergave.
De schijven verwijderen
Verwijder de schijven die u wilt verplaatsen met Apparaatbeheer.
Schijven verwijderen |
Open Apparaatbeheer in Computerbeheer.
Dubbelklik in de apparatenlijst op Schijfstations.
Klik met de rechtermuisknop op de schijven die u wilt verwijderen en klik vervolgens op Verwijderen.
Klik op OK in het dialoogvenster Verwijderen van apparaat bevestigen.
Dynamische schijven verwijderen
Als u dynamische schijven wilt verplaatsen, klikt u in Schijfbeheer met de rechtermuisknop op de schijven die u wilt verplaatsen. Klik vervolgens op Schijf verwijderen.
Als u dynamische schijven hebt verwijderd of als u standaardschijven verplaatst, kunt u de schijven nu fysiek ontkoppelen. Als het externe schijven betreft, ontkoppelt u deze van de computer. Als het om interne schijven gaat, schakelt u de computer uit en verwijdert u de schijven fysiek.
Schijven installeren op de nieuwe computer
Als het externe schijven betreft, sluit u deze aan op de computer. Als het interne schijven betreft, schakelt u de computer uit en installeert u de schijven fysiek in de computer.
Start de computer die de schijven bevat die u hebt verplaatst en volg de instructies in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden.
Nieuwe schijven detecteren
Open Schijfbeheer op de nieuwe computer. Klik op Actie en klik vervolgens op Schijven opnieuw controleren. Klik met de rechtermuisknop op een schijf met de aanduiding Afwijkend, klik op Afwijkende schijven importeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
Aanvullende overwegingen
-
Een standaardvolume dat naar een andere computer is verplaatst, krijgt automatisch de eerstvolgende stationsletter die beschikbaar is op die computer. Dynamische volumes behouden de stationsletter die ze op de vorige computer hadden. Als een dynamisch volume geen stationsletter had op de vorige computer, wordt aan het volume ook geen stationsletter toegewezen als het naar een andere computer wordt verplaatst. Als de stationsletter al in gebruik is op de computer waarnaar de schijf is verplaatst, krijgt het volume de eerstvolgende beschikbare letter. Als de beheerder de opdrachten mountvol /n of diskpart automount heeft gebruikt om te voorkomen dat nieuwe volumes worden toegevoegd aan het systeem, kunnen volumes niet worden toegevoegd aan een andere computer en wordt er geen stationsletter toegewezen. Om het volume te kunnen gebruiken moet u het volume handmatig koppelen en er een stationsletter aan toewijzen via Schijfbeheer of via de opdrachten DiskPart en mountvol.
-
Als u spanned, striped, mirrored of RAID 5-volumes verplaatst, wordt het ten zeerste aanbevolen om alle schijven waarop het volume zich bevindt, gezamenlijk te verplaatsen. Als u dit niet doet, kunnen de volumes op de schijven niet online worden gebracht en zijn ze alleen toegankelijk om te worden verwijderd.
-
U kunt meerdere schijven van verschillende computers naar een andere computer verplaatsen door de schijven te installeren, Schijfbeheer te openen, met de rechtermuisknop op een van de nieuwe schijven te klikken en vervolgens te klikken op Afwijkende schijven importeren. Zorg dat u bij het importeren van een aantal schijven van verschillende computers altijd alle schijven van één computer tegelijkertijd importeert. Als u bijvoorbeeld schijven wilt verplaatsen van twee computers, importeert u eerst de schijven van de eerste computer en vervolgens de schijven van de tweede computer.
-
Schijfbeheer beschrijft de status van de volumes op de schijf voordat deze worden geïmporteerd. Lees deze informatie zorgvuldig door. Als er problemen zijn, ziet u hier wat er met elk van de volumes op de schijven zal gebeuren als de schijven eenmaal zijn geïmporteerd.
-
Als u een GPT-schijf (GUID Partition Table) met het Windows-besturingssysteem naar een x86- of x64-computer verplaatst, kunt u de gegevens wel gebruiken, maar kunt u niet vanuit dat besturingssysteem opstarten.