Met Share- en opslagbeheer kunt u meer opslagruimte toewijzen aan een bestaand volume door het volume uit te breiden.
Voor het uitbreiden van een volume gelden de volgende vereisten:
-
Als het volume is gemaakt op een lokale schijf:
-
Op de schijf waarop het volume is ondergebracht, moet vrije ruimte beschikbaar zijn.
-
Op de schijf mag direct na het volume dat u wilt uitbreiden, geen ander volume staan (het uit te breiden volume moet dus het laatste volume op de schijf zijn).
-
Op de schijf waarop het volume is ondergebracht, moet vrije ruimte beschikbaar zijn.
-
Als het volume is gemaakt op een opslagsubsysteem:
-
Als het LUN waarop het volume is ondergebracht, moet worden uitgebreid, moet er vrije ruimte beschikbaar zijn op het desbetreffende subsysteem.
-
Het volume moet de laatste partitie op het LUN zijn, of er moet niet-toegewezen vrije ruimte beschikbaar zijn op het LUN direct na het uit te breiden volume.
-
Als het LUN waarop het volume is ondergebracht, moet worden uitgebreid, moet er vrije ruimte beschikbaar zijn op het desbetreffende subsysteem.
Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Administrators of een vergelijkbare groep. Zie
Een volume uitbreiden |
Klik op het tabblad Volumes op het volume dat u wilt uitbreiden.
Klik op Uitbreiden in het deelvenster Acties.
Geef de nieuwe grootte op in het dialoogvenster Volume uitbreiden en klik op OK.
Aanvullende overwegingen
-
Als het volume is gemaakt op een opslagsubsysteem, wordt door het uitbreiden van het volume automatisch het LUN uitgebreid dat bij het volume hoort, als dit noodzakelijk is.
-
Klik op Start, wijs Systeembeheer aan en klik vervolgens op Share- en opslagbeheer om Share- en opslagbeheer te openen.