De wizard Installatie van DirectAccess bestaat uit vier stappen voor de eerste configuratie die achtereenvolgens moeten worden uitgevoerd:
- Stap 1: DirectAccess-clients configureren
- Stap 2: de DirectAccess-server configureren
- Stap 3: infrastructuurservers voor DirectAccess identificeren
- Stap 4: toepassingsservers voor DirectAccess identificeren
Nadat u de vier stappen hebt uitgevoerd, klikt u op Voltooien om het dialoogvenster Overzicht van DirectAccess weer te geven, waarin een samenvatting van de instellingen wordt getoond. Als u de DirectAccess-server wilt configureren en groepsbeleidsobjecten en -instellingen wilt maken, klikt u op Toepassen.
Als u de standaardinstellingen van de wizard Installatie van DirectAccess wilt herstellen, klikt u met de rechtermuisknop op het knooppunt Setup in de DirectAccess-module en klikt u vervolgens op Console-instellingen opnieuw opgeven. Wanneer u de instellingen herstelt, kunt u geen eerdere configuratie laden die is opgeslagen in een XML-bestand (Extensible Markup Language).
Als u de standaardinstellingen van de wizard Installatie van DirectAccess, de instellingen van de DirectAccess-server en instellingen van groepsbeleidsobjecten wilt herstellen, klikt u met de rechtermuisknop op het knooppunt Setup in de DirectAccess-module en klikt u vervolgens op Configuratie ongedaan maken. De groepsbeleidsobjecten die eerder zijn gemaakt door de wizard Installatie van DirectAccess, worden niet verwijderd, maar de DirectAccess-instellingen in de groepsbeleidsobjecten worden wel verwijderd.