Het kan voorkomen dat u een gehele Active Directory Rights Management Services (AD RMS)-server buiten gebruik moet stellen of een bestaand AD RMS-cluster geheel moet verwijderen. Voordat u een server buiten gebruik stelt, moet u een back-up maken van alle AD RMS-databases die door deze server worden gebruikt, met name van de configuratiedatabase.

Nadat u een back-up hebt gemaakt van de databases, kunt u de server verwijderen. De vereisten voor het verwijderen van een AD RMS-server zijn afhankelijk van de rol van de server en de topologie van de AD RMS-installatie:

  • Eén server uit een cluster verwijderen. Als de AD RMS-server die u buiten gebruik wilt stellen zich bevindt in een AD RMS-cluster met andere servers die nog steeds actief en nodig zijn, moet u om één AD RMS-server uit het cluster te verwijderen de inrichting en installatie van AD RMS ongedaan maken op de server die u buiten gebruik wilt stellen, en de server verwijderen uit het taakverdelingsschema. Instructies over het verwijderen van een server vindt u in de documentatie bij de de taakverdelingsfunctie.

    Opmerking

    Voordat u de installatie van AD RMS ongedaan maakt, moeten uitsluitend de inrichting van servers in het basiscluster ongedaan worden gemaakt. Dit proces is niet vereist voor servers in licentieverleningsclusters.

  • Een zelfstandige server buiten gebruik stellen. Als de AD RMS-server die u buiten gebruik wilt stellen de enige server in het cluster is, voert u de volgende stappen uit: Neem de bestaande AD RMS-server uit gebruik, maak de inrichting en de installatie van deze server ongedaan en verwijder de server uit het netwerk. Vervolgens moet u meteen AD RMS installeren en inrichten op de vervangende server. Configureer de nieuwe AD RMS-server (hierdoor ontstaat een nieuw uit één server bestaand cluster) en gebruik dezelfde URL en dezelfde configuratiedatabase als de buiten gebruik gestelde AD RMS-server. Houd er rekening mee dat gebruikers pas met rechten beveiligde inhoud kunnen gebruiken die is gepubliceerd door het uit één server bestaande cluster op het moment dat de vervangende server is geïnstalleerd en ingericht.

    Belangrijk

    Als de AD RMS-server die u vervangt, een op hardware of software gebaseerde CSP (Cryptographic Service Provider) gebruikt, moet u de sleutelcontainer naar de nieuwe server verplaatsen voordat u AD RMS hierop installeert en inricht. Zie de documentatie bij uw CSP voor informatie over het verplaatsen van de sleutelcontainer.

  • Een AD RMS-installatie vervangen door een andere, bestaande AD RMS-installatie. Het kan voorkomen dat u een AD RMS-installatie buiten gebruik moet stellen en vervangen door een andere, bestaande AD RMS-installatie, bijvoorbeeld bij een fusie tussen bedrijven die beide werken met AD RMS. In dat geval moet u het vertrouwde gebruikersdomein en het vertrouwde uitgiftedomein exporteren vanuit het AD RMS-cluster dat buiten gebruik wordt gesteld. Importeer het vertrouwde gebruikersdomein en het vertrouwde uitgiftedomein naar het AD RMS-cluster dat nog steeds actief is. Door deze domeinen te importeren zorgt u ervoor dat de inhoud die in de vervangen AD RMS-installatie met rechten was beveiligd, in het actieve cluster kan worden gebruikt.

Als u een AD RMS-server uit gebruik neemt, en u de inrichting en de installatie ervan ongedaan maakt, wordt de server verwijderd uit de ClusterServer-tabel van de configuratiedatabase, en wordt de directoryservicesdatabase verwijderd van de databaseserver.

Deze sectie bevat de volgende procedures:

Inhoudsopgave