U kunt de versie van een AD RMS-toepassing opgeven op basis waarvan alle licentieaanvragen worden gecontroleerd. De functie voor het uitsluiten van toepassingen voorziet elke gebruikslicentie van de voorwaarde dat de licentie alleen betrekking heeft op met rechten beveiligde inhoud waarvoor de licentie is uitgegeven, mits de toepassing die de licentie aanvraagt niet in de uitsluitingslijst voorkomt.

Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als een onderneming een update implementeert van een AD RMS-toepassing. Systeembeheerders kunnen hun vertrouwde methode gebruiken om clientcomputers te triggeren tot het installeren van de update. Vervolgens kunnen ze verschillende soorten beleid voor het uitsluiten van toepassingen instellen die zijn gedefinieerd op basis van de versiegegevens van de toepassing Dit uitsluitingsbeleid voorkomt dat AD RMS licenties uitgeeft aan clients waarop eerdere softwareversies worden uitgevoerd.

Net als bij andere uitsluitingstypen moet u toepassingsuitsluiting configureren op elk cluster waarvoor u deze functionaliteit wilt gebruiken.

Als u dit uitsluitingsbeleid toepast op uw cluster, kunnen clients de uitgesloten toepassing niet gebruiken om nieuwe gebruikslicenties voor met rechten beveiligde inhoud aan te vragen en te koppelen. Clients kunnen met de uitgesloten toepassing echter nog wel eerder gelicentieerde bestanden gebruiken.

Lidmaatschap van de lokale groep AD RMS Enterprise Administrators, of daaraan gelijk, is minimaal vereist om deze procedure te voltooien.

Toepassingen uitsluiten
  1. Open de Directory Rights Management Services-console en vouw het AD RMS-cluster uit.

  2. Vouw Uitsluitingsbeleid uit in de consolestructuur en klik op Toepassingen.

  3. Klik in het deelvenster Acties op Toepassingsuitsluiting inschakelen.

  4. Klik op Toepassing uitsluiten in het deelvenster Acties. De wizard Toepassing uitsluiten verschijnt.

  5. Typ in Toepassingsbestandsnaam de naam en de extensie van de bestandsnaam (bijvoorbeeld .EXE) van de toepassing of component die u wilt uitsluiten.

  6. Typ in Minimumversie het minimumversienummer (in de notatie x.x.x.x) van de toepassing die geen met rechten beveiligde inhoud mag ontsleutelen.

  7. Typ in Maximumversie het maximumversienummer (in de notatie x.x.x.x) van de toepassing die geen met rechten beveiligde inhoud mag ontsleutelen.

  8. Klik op Voltooien.

    Opmerking

    AD RMS vereist dat de toepassingsversie wordt opgegeven als vier cijfers die met punten van elkaar worden gescheiden (#.#.#.# ). Er zijn echter toepassingen waarvan de toepassingsversie als 2 of 3 met punten van elkaar gescheiden cijfers wordt genoteerd. In dat geval plaatst u op de juiste plaats een .0 zodat het versienummer voldoet aan de door AD RMS gestelde notatievereisten.

De uitsluiting van toepassingen opheffen
  1. Open de Active Directory Rights Management Services-console en vouw het AD RMS-cluster uit.

  2. Vouw Uitsluitingsbeleid uit in de consolestructuur en klik op Toepassingen.

  3. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    • Voor het uitschakelen van alle toepassingsuitsluitingen klikt u in het deelvenster Acties op Toepassingsuitsluiting uitschakelen.

    • Voor het uitschakelen van één toepassingsuitsluiting selecteert u in het resultaatdeelvenster de uitgesloten toepassing.

  4. Klik in het deelvenster Acties op Verwijderen en klik vervolgens op Ja om uw keuze te bevestigen.

Aanvullende overwegingen

Aanvullende naslaginformatie

Inhoudsopgave