AD RMS-logboekregistratie gebruikt Message Queuing om gebeurtenissen naar de logboekdatabase te verzenden. Elke server in het AD RMS-cluster verzendt berichten naar zijn eigen berichtenwachtrij. De AD RMS-logboekservice op elke server ontvangt logboekberichten van de Message Queuing-wachtrij en schrijft deze naar de logboekdatabase. Als de logboekdatabase of databaseserver niet meer beschikbaar is of als de AD RMS-logboekservice wordt gestaakt, slaat Message Queuing de berichten in de wachtrij op. Als u de logboekdatabase of databaseserver tijdelijk wilt afsluiten, kunt u het best eerst de AD RMS-logboekservice stoppen op elke server in het cluster. Als u de databaseserver weer wilt opstarten, start u de AD RMS-logboekservice opnieuw op elke server in het AD RMS-cluster.

In een standaardconfiguratie slaat Message Queuing alle berichten in de wachtrij op, waarbij het maximum wordt bepaald door de hoeveelheid vrije opslagruimte op de server. Als Message Queuing alle beschikbare ruimte op de vaste schijf gebruikt, kan de AD RMS-server geen clientaanvragen in behandeling nemen.

Lidmaatschap van de groep AD RMS Enterprise Administrators en de lokale groep Administrators , of daaraan gelijk, is minimaal vereist om deze procedure te voltooien.

De hoeveelheid voor Message Queuing beschikbare ruimte op de vaste schijf beperken
  1. Meld u aan bij een server in het AD RMS-cluster.

  2. Open Serverbeheer. Klik op Start, ga naar Systeembeheer en klik op Serverbeheer.

  3. Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, controleert u of de getoonde actie inderdaad datgene is dat u wilt doen, en klikt u op Ja als dat zo is.

  4. Vouw Functies uit, vouw Message Queuing uit en klik vervolgens op Persoonlijke wachtrijen.

  5. Klik met de rechtermuisknop op de AD RMS-wachtrij voor logboekregistratie, klik op Eigenschappen, schakel het selectievakje Maximale grootte van berichtenarchief (in kB) in en typ de totale grootte in kilobytes van alle wachtrijberichten die kunnen worden opgeslagen in de wachtrij.

  6. Klik op OK.

  7. Herhaal de stappen 1 tot en met 6 voor alle AD RMS-servers in het cluster.

Inhoudsopgave