Aan deze netwerkverbinding kan dynamisch een IP-adres versie 4 (IPv4) worden toegewezen door een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) of een PPP-inbelnetwerkserver (Point-to-Point Protocol). Deze optie is niet beschikbaar voor inbelverbindingen die een SLIP-server (Serial Line Internet Protocol) aanroepen.
Eventueel kan voor deze netwerkverbinding ook een handmatig opgegeven IP-adres worden gebruikt (ook wel een vast IP-adres genoemd). Als u deze optie selecteert, moet u bij IP-adres een IP-adres opgeven, en voor LAN- en snelle internetverbindingen ook een subnetmasker bij Subnetmasker.
Procedures
IPv4 configureren voor dynamische adressering (standaard) |
Klik op Automatisch een IP-adres laten toewijzen en vervolgens op OK.
Deze procedure moet alleen worden uitgevoerd als eerder een vaste IPv4-configuratie werd gebruikt. Op computers met een Windows-besturingssysteem wordt standaard geprobeerd de IPv4-configuratie te verkrijgen van een DHCP-server op het netwerk.
IPv4 configureren voor vaste adressering |
Klik op Het volgende IP-adres gebruiken en voer een van de volgende handelingen uit:
-
Voor een LAN-verbinding typt u bij IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway het IP-adres en de adressen van het subnetmasker en de standaardgateway.
-
Voor alle andere verbindingen typt u bij IP-adres het IP-adres.
-
Voor een LAN-verbinding typt u bij IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway het IP-adres en de adressen van het subnetmasker en de standaardgateway.
Klik op De volgende DNS-serveradressen gebruiken.
Typ de primaire en secundaire DNS-serveradressen in de vakken Voorkeurs-DNS-server en Alternatieve DNS-server.
Als u geavanceerde instellingen wilt configureren voor het vaste IPv4-adres van een LAN-verbinding, klikt u op Geavanceerd.
Aanvullende naslaginformatie
Zie