In de volgende tabel worden de elementen van de gebruikersinterface beschreven voor dit dialoogvenster.

Onderdeel Beschrijving

Naam

Hier worden de naam en locatie van het autorisatiearchief weergegeven.

Als het archief een XML-bestand is, wordt het volledige pad weergegeven. Als het archief zich in AD DS (Active Directory Domain Services) bevindt, wordt de DN-naam voor LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) van het archief weergegeven. Als het archief een Microsoft SQL Server-archief is, wordt het pad naar het archief weergegeven als een URL die begint met MSSQL://.

Beschrijving

Hier typt u een beschrijving van het autorisatiearchief.

De beschrijving heeft geen invloed op de functionaliteit van Autorisatiebeheer. Kies een beschrijving die voor u betekenis heeft.

Archieftype

Hier wordt het archieftype weergegeven.

  • XML-archieven zijn bestanden en ondersteunen geen delegering.

  • De gegevens van AD DS-archieven worden opgeslagen in AD DS en deze archieven worden aangeduid met een DN-naam voor LDAP of een URL die begint met MSLDAP://.

  • De gegevens van op SQL gebaseerde archieven worden opgeslagen in een Microsoft SQL Server-database en deze archieven worden aangeduid met een URL die begint met MSSQL://

Schemaversie van archief

Hier wordt de schemaversie van het archief weergegeven. Versie 2.0 is geïntroduceerd in Windows Server 2008.

In toepassingen die zijn geschreven voor versie 1.0, kunnen geen autorisatiearchieven worden gebruikt met schemaversie 2.0.

In toepassingen die zijn geschreven voor versie 2.0, kunnen ook oudere schema's worden gebruikt.

Als het archief is gemaakt met versie 1.0, kunt u het schema bijwerken van versie 1.0 naar versie 2.0.

Schemaversie bijwerken

Hiermee kunt u het schema van het archief bijwerken naar versie 2.0.

Waarschuwing

Het bijwerken van het schema naar een nieuwe versie kan niet ongedaan worden gemaakt.

Opmerking

Deze knop wordt niet weergegeven als het archief al schemaversie 2.0 heeft.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave