Ga als volgt te werk als u wilt beheren welke acties of activiteiten in Autorisatiebeheer worden gecontroleerd.
U moet zijn toegewezen aan de gebruikersfunctie Administrator van Autorisatiebeheer als u deze procedure wilt uitvoeren. Standaard is minimaal het Windows-groepslidmaatschap Administrators toegewezen aan deze functie. Bekijk de details onder 'Aanvullende overwegingen' in dit onderwerp.
Controle activeren voor een autorisatiearchief |
Open indien nodig Autorisatiebeheer.
Klik in de consolestructuur met de rechtermuisknop op het autorisatiearchief dat u wilt controleren en klik vervolgens op Eigenschappen.
Klik in het dialoogvenster Eigenschappen op het tabblad Controlebeleid en voer vervolgens een of beide van de volgende handelingen uit:
-
Als u de initialisatie van de toepassing in runtime wilt controleren, schakelt u het selectievakje Initialisatie van toepassingen in runtime controleren in.
-
Als u wijzigingen in het autorisatiearchief wilt controleren, schakelt u het selectievakje Wijzigingen in autorisatiearchief controleren in.
-
Als u de initialisatie van de toepassing in runtime wilt controleren, schakelt u het selectievakje Initialisatie van toepassingen in runtime controleren in.
Aanvullende overwegingen
-
U hebt toegang tot een autorisatiearchief nodig om deze procedure te kunnen uitvoeren. Leden van de groep Administrators hebben standaard de vereiste toegang, maar in Autorisatiebeheer kunt u verantwoordelijkheden delegeren. Zie 'Aanvullende naslaginformatie' in dit onderwerp voor meer informatie.
Aanvullende naslaginformatie