In dit gedeelte vindt u de opties en hun functies in het dialoogvenster Netwerkbibliotheekconfiguratie toevoegen (of bewerken) voor overige protocollen.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Server-alias |
Geef een unieke naam op voor de server waarop een Microsoft SQL Server-instance wordt uitgevoerd die op clients controleert via de nieuwe netwerkbibliotheekconfiguratie. |
Netwerkbibliotheken |
Geef de netwerkbibliotheek op waarmee verbinding met de server wordt gemaakt. |
Bestandsnaam |
Geef de naam en de locatie op van het DLL-bestand voor de netwerkbibliotheek van de derde. |
Parameters |
Geef eventuele vereiste parameters en hun indeling op. |
Zie tevens
Referentie
Procedure: Een netwerkbibliotheekconfiguratie toevoegen (Client Network Utility)Procedure: Een client configureren voor een niet-standaard netwerkbibliotheek (Client Network Utility)
Procedure: Een netwerkbibliotheekconfiguratie verwijderen (Client Network Utility)
Procedure: Een netwerkbibliotheekconfiguratie bewerken (Client Network Utility)