Een client configureren voor een niet-standaard netwerkbibliotheek:

  1. Klik op het tabblad Alias en klik vervolgens op Toevoegen.
  2. Klik in het dialoogvenster Netwerkbibliotheekconfiguratie toevoegen op Overig.
  3. Voer in het veld Server-alias de alias in van de Microsoft SQL Server-instance die op clients controleert via de netwerkbibliotheek die u wilt installeren.
  4. Typ onder Verbindingsparameters de bestandsnaam (dit moet een DLL-bestand zijn) van de geïnstalleerde netwerkbibliotheek. Voer niet de DLL-extensie in.
  5. Voer indien nodig eventuele aanvullende gegevens op in het veld Parameters (zoals een gebruikersnaam en een wachtwoord). Gebruik een komma als scheidingsteken tussen de parameters.

Inhoudsopgave