Wanneer maakt u een forest-vertrouwensrelatie

U kunt alleen een forest-vertrouwensrelatie tussen een foresthoofddomein in een Windows Server 2008- of Windows Server 2008 R2-forest en een foresthoofddomein in een ander Windows Server 2008- of Windows Server 2008 R2-forest maken. Door een forest-vertrouwensrelatie tot stand te brengen tussen Windows Server 2008- of Windows Server 2008 R2-forests zorgt u voor een transitieve een- of tweerichtingsvertrouwensrelatie tussen alle domeinen in een elk forest. Forest-vertrouwensrelaties zijn handig voor ASP's, organisaties die betrokken zijn bij fusies of overnames, samenwerking tussen bedrijfsextranetten en organisaties die op zoek zijn naar een oplossing die meer autonomie op beheergebied mogelijk maakt.

Zie Een forest-vertrouwensrelatie tot stand brengen voor meer informatie over het tot stand brengen van forest-vertrouwensrelaties.

Via een eenrichtingsvertrouwensrelatie tussen twee forests kunnen leden van het vertrouwde forest bronnen gebruiken die zich in het vertrouwende forest bevinden. Deze vertrouwensrelatie werkt echter maar één kant op. Wanneer er bijvoorbeeld een eenrichtingsvertrouwensrelatie tot stand wordt gebracht tussen forest A (het vertrouwde forest) en forest B (het vertrouwende forest), hebben leden van forest A toegang tot bronnen in forest B, maar hebben leden van forest B via dezelfde vertrouwensrelatie geen toegang tot bronnen in forest A.

Via een tweerichtingsvertrouwensrelatie tussen twee forests kunnen leden uit beide forests bronnen gebruiken die zich bevinden in het andere forest en vertrouwen domeinen in het elk forest impliciet de domeinen in het andere forest. Wanneer er een tweerichtingsvertrouwensrelatie tot stand wordt gebracht tussen forest A en forest B, hebben leden van forest A toegang tot bronnen in forest B en hebben leden van forest B via dezelfde vertrouwensrelatie toegang tot bronnen in forest A.