Met de module Active Directory: domeinen en vertrouwensrelaties kunt u de routering van de bestaande naamachtervoegsels wijzigen.
Met behulp van Routering van naamachtervoegsels kunt u bepalen hoe verificatieaanvragen worden gerouteerd via Windows Server 2008-forests of Windows Server 2008 R2-forests die deel uitmaken van forestvertrouwensrelaties. Wanneer u een forest-vertrouwensrelatie tot stand brengt, worden standaard alle unieke naamachtervoegsels gerouteerd om het beheer van verificatieaanvragen te vereenvoudigen. Een uniek naamachtervoegsel is een naamachtervoegsel binnen een forest, zoals een UPN-achtervoegsel (User Principal Name), een SPN-achtervoegsel (Service Principal Name) of de naam van een DNS-forest dat of een domeinstructuur die niet ondergeschikt is aan een ander naamachtervoegsel.
Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Domeinadministrators, Ondernemingsadministrators of een vergelijkbare groep. Bekijk de details over het gebruik van de juiste accounts en groeplidmaatschappen op
Routering inschakelen of uitschakelen voor een bestaand naamachtervoegsel |
Open Active Directory - domeinen en vertrouwensrelaties. U opent Active Directory: domeinen en vertrouwensrelaties door achtereenvolgens te klikken op Start, Systeembeheer en Active Directory: domeinen en vertrouwensrelaties.
Klik in de consolestructuur met de rechtermuisknop op het domeinknooppunt voor het domein dat u wilt beheren en klik vervolgens op Eigenschappen.
Klik op het tabblad Vertrouwensrelaties, onder Dit domein vertrouwt deze domeinen of Dit domein wordt door deze domeinen vertrouwd, op de forest-vertrouwensrelatie die u wilt beheren en klik vervolgens op Eigenschappen.
Klik op het tabblad Routering van naamachtervoegsels en voer een van de volgende handelingen uit bij Naamachtervoegsels in het forest x.x.:
-
U kunt een naamachtervoegsel inschakelen door erop te klikken en vervolgens op Inschakelen te klikken. Als de knop Inschakelen niet beschikbaar is, is het naamachtervoegsel al ingeschakeld.
-
U kunt een naamachtervoegsel uitschakelen door erop te klikken en vervolgens op Uitschakelen te klikken. Als de knop Uitschakelen niet beschikbaar is, is het naamachtervoegsel al uitgeschakeld.
-
U kunt een naamachtervoegsel inschakelen door erop te klikken en vervolgens op Inschakelen te klikken. Als de knop Inschakelen niet beschikbaar is, is het naamachtervoegsel al ingeschakeld.
Aanvullende overwegingen
-
U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u lid bent van de groep Domeinadministrators of de groep Ondernemingsadministrators in AD DS (Active Directory Domain Services), of als de toepasselijke autoriteit aan u is gedelegeerd. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u deze procedure beter altijd uitvoeren met Uitvoeren als. Zoek in Help en ondersteuning naar 'Uitvoeren als gebruiken' als u meer informatie wenst.
-
Wanneer u een naamachtervoegsel uitschakelt, worden ook alle aan deze DNS-naam ondergeschikte namen uitgeschakeld.
-
Een naamachtervoegsel waarvoor een conflict bestaat, kunt u niet inschakelen. Als dit conflict betrekking heeft op het lokale UPN-naamachtervoegsel, moet u dit lokale UPN-naamachtervoegsel verwijderen voordat u de routeringsnaam kunt inschakelen. Als het conflict betrekking heeft op een naam die al voor een andere partij in de vertrouwensrelatie wordt gebruikt, moet u de naam in de andere vertrouwensrelatie uitschakelen voordat u deze voor deze vertrouwensrelatie kunt inschakelen.