Het dialoogvenster Microsoft ODBC for Oracle Setup bevat de volgende besturingselementen:

Naam van gegevensbron

De naam of de identificatie waarmee toepassingen deze gegevensbron aanroepen of gebruiken. U kunt elke willekeurige naam opgeven voor de gegevensbron. Dit veld is standaard leeg, maar wel verplicht.

Beschrijving

Dit veld, dat standaard leeg is, bevat beschrijvende kwalificaties.

Gebruikersnaam

De gebruikersnaam voor de gegevensbron.

Server

De databasealias die in SQL*Net Easy Configuration is gemaakt, of een verbindingsreeks. (Zie Verbindingsreekskenmerken voor informatie over de tekenreeksopbouw. Zie de Oracle-documentatie voor beschrijvingen van verbindingsreeksen van persoonlijke en externe databases.)

Conversie

Klik op Selecteren om een geladen gegevensconversieprogramma te kiezen. De standaardinstelling is Geen conversieprogramma.

Prestaties

Buffergrootte is de toegewezen grootte in bytes voor het ontvangen van opgehaalde gegevens. Het stuurprogramma optimaliseert het ophalen, zodat bij één ophaalbewerking vanaf de Oracle-server genoeg rijen worden geretourneerd om de buffer tot de opgegeven grootte te vullen. Hoe groter de waarde, des te beter de prestaties vaak worden bij het ophalen van grote hoeveelheden gegevens.

REMARKS in Catalogus-functies opnemen geeft aan dat het stuurprogramma Remarks-kolommen moet retourneren voor de resultaatset SQLColumns. Schakel deze optie uit als u betere prestaties wilt.

Als SYNONYMS in SQLColumns opnemen is ingesteld op Waar (1), wordt in een aanroep van de API SQLColumns() kolominformatie geretourneerd voor tabellen, weergaven en synoniemen. Het stuurprogramma haalt de kolominformatie sneller op als deze waarde niet is ingesteld (of als de waarde is ingesteld op 0).

Aanpassing

Met ODBC-weekstandaard afdwingen wordt de resultaatset ingesteld op een bepaalde weekindeling. Als u deze optie selecteert, wordt in de resultaatset de ODBC-weekindeling gehanteerd (zondag = 1; zaterdag = 7). Anders wordt de Oracle-weekindeling gehanteerd (maandag = 1; zondag = 7).

SQLDescribeCol retourneert altijd een waarde voor precisie geeft aan dat de aanroep van SQLDescribeCol 130 als precisie retourneert als deze gegevens niet door Oracle worden verstrekt. Bepaalde numerieke gegevenstypen van Oracle hebben geen vaste precisie, zoals berekende numerieke kolommen en kolommen die als NUMBER zonder precisie of schaal zijn gedefinieerd. Als dit selectievakje is uitgeschakeld, retourneert het stuurprogramma 0 voor deze typen kolommen.

Opmerking:
Gedetailleerde en programmatische informatie over dit stuurprogramma vindt u in ODBC Drivers (ODBC-stuurprogramma's) in de MSDN-bibliotheek. Het Microsoft ODBC-stuurprogramma voor Oracle ondersteunt alleen SQL*Net 2.3 of nieuwer. Raadpleeg uw Oracle-documentatie voor meer informatie over Oracle-producten. Overige informatie vindt u onder Softwareondersteuningsniveaus en Productondersteuning (Oracle-stuurprogramma).