In de procedure hieronder wordt beschreven hoe u de verwerking van alle netwerktaakverdelingsverkeer kunt uitschakelen en onmiddellijk kunt blokkeren. Wanneer u de verwerking van alle netwerkverkeer uitschakelt, heeft dat betrekking op alle poorten die in de poortregel zijn opgenomen. Nadat u de verwerking van netwerktaakverdelingsverkeer hebt uitgeschakeld, kunt u deze op elk gewenst moment weer inschakelen.
U kunt de taak die in deze procedure wordt beschreven, ook uitvoeren met Windows PowerShell. Zie
Verwerking van alle netwerktaakverdelingsverkeer voor specifieke poorten uit- of inschakelen via de Windows-interface |
U opent Beheer van netwerktaakverdeling door te klikken op Start, Systeembeheer en Beheer van netwerktaakverdeling. U kunt Beheer van netwerktaakverdeling ook openen door Nlbmgr te typen bij een opdrachtprompt.
Als het cluster nog niet wordt vermeld in Beheer van netwerktaakverdeling, maakt u verbinding met het cluster.
Klik met de rechtermuisknop op een host of cluster en klik op Poorten beheren.
Als u specifieke poorten wilt uitschakelen, selecteert u de poortregel die de poorten bevat die u wilt uitschakelen en klikt u op Uitschakelen.
Als u verwerking van alle netwerkverkeer wilt inschakelen, selecteert u de poortregel die de poorten bevat die u wilt inschakelen en klikt u op Inschakelen.
Aanvullende overwegingen
-
U kunt Beheer van netwerktaakverdeling alleen gebruiken als u lid bent van de groep Administrators op de host die u configureert of als de benodigde bevoegdheid aan u is overgedragen. Als u Beheer van netwerktaakverdeling gebruikt om een cluster of host te configureren vanaf een computer die niet tot het cluster behoort, hoeft u geen lid te zijn van de groep Administrators op die computer.
-
Deze procedure heeft geen effect als de opgegeven hosts nog niet met clusterbewerkingen zijn begonnen.