In Windows worden certificaten lokaal opgeslagen op de computer of het apparaat die/dat deze certificaten heeft aangevraagd. Als een gebruiker een certificaat aanvraagt, wordt dit opgeslagen op de computer of op het apparaat waarmee de aanvraag is ingediend. De opslaglocatie wordt het certificaatarchief genoemd. Een certificaatarchief bevat vaak vele certificaten, mogelijk verleend door een aantal verschillende certificeringsinstanties.
U kunt certificaten weergeven op basis van hun doeleinde, bijvoorbeeld Clientverificatie, Handtekening bij programmacode, enzovoort, of op basis van logische functies, bijvoorbeeld Persoonlijk, Vertrouwde uitgevers en Vertrouwde basiscertificeringsinstanties.
U kunt u de opties voor certificaatarchieven ook gebruiken om gearchiveerde certificaten en de opslagstructuur van het certificaatarchief weer te geven.
Aanvullende naslaginformatie