Met de module Certificaten kunt u certificaten voor gebruikers-, computer- en serviceaccounts beheren. Als u wilt kunnen overschakelen tussen het beheren van certificaten voor uw gebruikersaccount, een computer of een service, moet u afzonderlijke exemplaren van de module Certificaten aan de console hebben toegevoegd.

Het minimale groepslidmaatschap dat vereist is om deze procedure uit te voeren, is de groep Gebruikers of de lokale groep Administrators. Bekijk de details onder 'Aanvullende overwegingen' in dit onderwerp.

De module Certificaten toevoegen aan een MMC voor een gebruikersaccount
  1. Klik op Start, typ mmc in het vak Zoeken in programma's en bestanden en druk vervolgens op ENTER.

  2. Klik in het menu Bestand op Module toevoegen/verwijderen.

  3. Dubbelklik onder Beschikbare modules op Certificaten en voer vervolgens een van de volgende handelingen uit:

    • Als u bent aangemeld als Administrator, klikt u op Mijn gebruikersaccount en vervolgens op Voltooien.

    • Als u bent aangemeld als gebruiker, wordt de module Certificaten automatisch geopend.

  4. Klik op OK als u verder geen modules wilt toevoegen aan de console.

  5. Klik op Opslaan in het menu Bestand om deze console op te slaan.

Aanvullende overwegingen

  • Gebruikerscertificaten kunnen worden beheerd door de gebruiker of door een beheerder.

Lidmaatschap van de lokale groep Administrators is minimaal vereist om deze procedure te voltooien. Raadpleeg de gegevens in Verdere overwegingen in dit onderwerp.

De module Certificaten toevoegen aan een MMC voor een computeraccount
  1. Klik op Start, typ mmc in het vak Zoeken in programma's en bestanden en druk vervolgens op ENTER.

  2. Klik op Module toevoegen/verwijderen in het menu Bestand.

  3. Dubbelklik onder Beschikbare modules op Certificaten.

  4. Selecteer Computeraccount en klik op Volgende.

  5. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    • Klik op Lokale computer en klik vervolgens op Voltooien als u certificaten voor de lokale computer wilt beheren.

    • Klik op Een andere computer en typ de naam van die computer, of klik op Bladeren om de naam van de computer te selecteren en klik vervolgens op Volgende als u certificaten op een externe computer wilt beheren.

  6. Klik op OK als u verder geen modules wilt toevoegen aan de console.

  7. Klik op Opslaan in het menu Bestand om deze console op te slaan.

Verdere overwegingen

  • U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u lid bent van de groep Administrators op de lokale computer of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen. Als de computer deel uitmaakt van een domein, kan het zijn dat ook leden van de groep Domeinadministrators deze procedure kunnen uitvoeren. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u beter Run as gebruiken om deze procedure uit te voeren.

  • Voor het beheren van certificaten voor een andere computer kunt u in de console nog een exemplaar van de module Certificaten openen of met de rechtermuisknop klikken op Certificaten (computernaam) en vervolgens klikken op Verbinden met een andere computer.

Lidmaatschap van de lokale groep Administrators is minimaal vereist om deze procedure te voltooien. Raadpleeg de gegevens in Verdere overwegingen in dit onderwerp.

De module Certificaten toevoegen aan een MMC voor een service
  1. Klik op Start, typ mmc in het vak Zoeken in programma's en bestanden en druk vervolgens op ENTER.

  2. Klik op Module toevoegen/verwijderen in het menu Bestand.

  3. Dubbelklik onder Beschikbare modules op Certificaten.

  4. Selecteer Serviceaccount en klik op Volgende.

  5. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    • Klik op Lokale computer en klik vervolgens op Volgende als u certificaten voor services op uw lokale computer wilt beheren.

    • Klik op Een andere computer en typ de naam van die computer, of klik op Bladeren om de naam van de computer te selecteren en klik vervolgens op Volgende als u certificaten voor een service op een externe computer wilt beheren.

  6. Selecteer de service waarvoor u certificaten beheert.

  7. Klik op Voltooien en klik vervolgens op Sluiten.

  8. Klik op OK als u verder geen modules wilt toevoegen aan de console.

  9. Klik op Opslaan in het menu Bestand om deze console op te slaan.

Verdere overwegingen

  • U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u lid bent van de groep Administrators op de lokale computer of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen. Als de computer deel uitmaakt van een domein, kan het zijn dat ook leden van de groep Domeinadministrators deze procedure kunnen uitvoeren. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u beter Run as gebruiken om deze procedure uit te voeren.

  • Voor het beheren van certificaten voor een service op een andere computer kunt u in de console nog een exemplaar van Certificaten maken, of met de rechtermuisknop klikken op Certificaten - Service (servicenaam) op computernaam en vervolgens klikken op Verbinden met een andere computer.


Inhoudsopgave