In dit dialoogvenster kunt u toewijzingen toevoegen of wijzigen tussen een bestandsextensie en het (interpretatie)programma waarin bestanden met deze extensie worden verwerkt. Het uitvoerbare bestand is de naam van het exe- of dll-bestand dat u wilt uitvoeren. Het uitvoerbare bestand moet zich op de lokale vaste schijf van uw webserver bevinden. Geef de bestandsextensie op die aan de toepassing moeten worden gekoppeld. Als u met deze toewijzingen niet alle HTTP-woorden wilt doorgeven aan de toepassingen, kunt u beperkingen instellen. Het bestand Asp.dll verwerkt bijvoorbeeld standaard aanvragen die de HTTP-woorden GET, HEAD en POST bevatten. (TRACE-aanvragen worden door IIS verwerkt.) Selecteer de optie Alle termen als u alle woorden wilt inschakelen. Gebruik tussen woorden of namen van methoden een komma (,) als scheidingsteken.

Uitvoerbaar

Geef de naam van het uitvoerbare bestand op (.exe of .dll). Het uitvoerbare bestand moet zich op de lokale vaste schijf van uw webserver bevinden.

Bladeren

Klik hierop om het uitvoerbare bestand (.exe of .dll) op de lokale vaste schijf van uw webserver te zoeken.

Extensie

Geef de bestandsextensie op die aan de toepassing moeten worden gekoppeld.

Woorden

Hiermee kunt u opties instellen om het aantal HTTP-woorden te beperken dat aan elke toepassingsextensie kan worden gekoppeld.

U kunt hierbij een van de volgende opties kiezen.

  • Alle termen.

  • Beperken tot. Met deze optie stelt u in dat het aantal woorden dat voor de toepassing wordt gebruikt, wordt beperkt tot het opgegeven aantal.

Scriptprogramma

Schakel dit selectievakje in als u wilt dat de toepassing in een map wordt uitgevoerd zonder machtigingen voor uitvoeren. Deze instelling is primair bedoeld voor toepassingen op basis van scripts, zoals ASP en IDC, die aan een interpretatieprogramma zijn toegewezen. Als u een toepassing wilt uitvoeren waaraan een script is toegewezen, selecteert u voor de map waarin de toepassing zich bevindt de optie Alleen scripts of Scripts en uitvoerbare bestanden in de keuzelijst Machtigingen tot uitvoeren op het tabblad Map.

  • Klik op Alleen scripts als u alleen toepassingen wilt uitvoeren waaraan scripts zijn toegewezen.

  • Klik op Scripts en uitvoerbare bestanden als u zowel toepassingen waaraan scripts zijn toegewezen als uitvoerbare bestanden (.exe en .dll) wilt uitvoeren.

Controleren of het bestand bestaat

Schakel dit selectievakje in als u de webserver wilt laten controleren of het aangevraagde scriptbestand bestaat en of de gebruiker is gemachtigd voor toegang tot het scriptbestand. Als het script niet bestaat of als de gebruiker niet is gemachtigd, wordt er een waarschuwingsbericht weergegeven in de browser en wordt de script-engine niet aangeroepen. Deze optie kan handig zijn voor scripts die zijn toegewezen aan uitvoerbare bestanden (niet-CGI), zoals het interpretatieprogramma Perl. Dergelijke bestanden verzenden geen CGI-respons als er geen toegang tot het script kan worden verkregen. Het inschakelen van deze optie kan van invloed zijn op de prestaties omdat het script twee keer moet worden geopend: eenmaal door de server en eenmaal door de script-engine.

Verwante onderwerpen

Zie de onlinedocumentatie bij IIS 6.0 op Microsoft Windows Server TechCenter voor meer informatie over het configureren van toepassingen.


Inhoudsopgave