Met behulp van dit dialoogvenster kunt u de identiteit van uw website configureren. De website-identiteit bestaat uit een IP-adres, een TCP-poort en een hostheadernaam (optioneel). Als u een IP-adres in de keuzelijst wilt weergeven, moet u het adres eerst aan de computer koppelen. De hostheadernamen moeten bij de DNS-server (Domain Name System) zijn geregistreerd. De geregistreerde hostheadernaam (domeinnaam) wordt met behulp van een DNS-server aan het IP-adres van de computer toegewezen. Met deze toewijzing zorgt u ervoor dat de aanvragen voor de hostheadernaam naar uw computer worden doorgestuurd.

IP-adres

Selecteer in de keuzelijst het IP-adres dat u aan deze website wilt koppelen. In de keuzelijst worden alleen de IP-adressen weergegeven die met behulp van het Configuratiescherm voor deze computer zijn gedefinieerd. Als u geen specifiek IP-adres toewijst, reageert deze website op alle IP-adressen die aan deze computer en niet aan andere websites zijn toegewezen.

TCP-poort

Met deze instelling bepaalt u op welke TCP-poort de WWW-publicatieservice wordt uitgevoerd. De standaardpoort is 80. U kunt de poort wijzigen in elk uniek TCP-poortnummer. Clients moeten dit poortnummer echter wel van te voren aanvragen, anders kunnen zij geen verbinding met de server maken.

Hostheadernaam

U kunt meerdere domeinnamen of hostnamen aan een computer met een enkel IP-adres toewijzen. Als de aangevraagde website in de hostheader is beëindigd, wordt de client naar de standaardwebsite geleid. Om deze reden kunnen internetproviders beter de introductiepagina als standaardwebsite instellen in plaats van de website van een klant.

Verwante onderwerpen

Zie de onlinedocumentatie bij IIS 6.0 op Microsoft Windows Server TechCenter voor meer informatie over namen voor websites en hoe website-identiteiten worden gebruikt voor het routeren van clientaanvragen naar uw website.


Inhoudsopgave