De algemene eigenschappen van een taak worden weergegeven op het tabblad Algemeen van de dialoogvensters Eigenschappen van Taak of Taak maken. Het gaat hierbij onder andere om de naam, auteur, beschrijving en beveiligingsopties van de taak, het besturingssysteem waarvoor de taak is geconfigureerd, en een eigenschap waarmee wordt gedefinieerd of de taak verborgen is.
Wanneer u een taak in een taakmap maakt, moet u de taak een naam geven. In een taakmap mogen geen twee taken met dezelfde naam voorkomen. De taakbeschrijving is optioneel.
Met de beveiligingsopties wordt aangegeven in welke beveiligingscontext de taak wordt uitgevoerd. Zie Beveiligingscontext van taken voor meer informatie.
Standaard worden verborgen taken weergegeven in de gebruikersinterface van Taakplanner (Verborgen taken weergeven is ingeschakeld in het menu Beeld.) U maakt een taak verborgen door het selectievakje Verborgen in te schakelen op het tabblad Algemeen van het dialoogvenster Eigenschappen van Taak of Taak maken.
Taken configureren
Taken die zijn geconfigureerd voor Windows Vista® of Windows Server® 2008, beschikken over meer functionaliteit dan taken die zijn geconfigureerd voor eerdere versies van het besturingssysteem (zoals Windows Server 2003, Windows XP of Windows 2000). Daarom werken taken voor Windows Vista of Windows Server 2008 niet onder eerdere versies. Taken die zijn geconfigureerd voor eerdere versies, werken wel onder Windows Vista of Windows Server 2008, hoewel sommige triggers, acties, voorwaarden en instellingen alleen beschikbaar zijn onder Windows Vista of Windows Server 2008. In het consolevenster van Taakplanner wordt voor taken die zijn geconfigureerd voor eerdere versies, niet weergegeven op welke datum en tijd deze taken zijn gemaakt. Zie Triggers voor meer informatie over triggers die voor elk besturingssysteem beschikbaar zijn en Acties voor meer informatie over acties die voor elk besturingssysteem beschikbaar zijn.
Taken die u hebt gemaakt op een computer met Windows Vista of Windows Server 2008 en die u wilt beheren op een extern systeem met een eerdere versie van het besturingssysteem (Windows Server 2003, Windows XP of Windows 2000), moet u configureren voor de eerdere versies. Anders moet u de taak configureren voor Windows Vista of Windows Server 2008.