Taken die u gedurende bepaalde tijd niet wilt uitvoeren, kunt u uitschakelen. Als u de taak op een later moment weer wilt uitvoeren, schakelt u deze opnieuw in. Zie Taken inschakelen om deze uit te voeren voor meer informatie.
Een taak uitschakelen met de Windows-interface |
Start Taakplanner als dat nog niet is gebeurd. Zie Taakplanner starten voor meer informatie.
Klik in de consolestructuur op de taakmap met de taak die u wilt uitschakelen.
Klik in het consolevenster op de taak die u wilt uitschakelen.
Klik in het deelvenster Acties op Uitschakelen. De opdracht Uitschakelen is alleen beschikbaar in het deelvenster Acties als de taak is ingeschakeld.
Een taak uitschakelen met een opdrachtregel |
Open een opdrachtprompt. U opent een opdrachtprompt als volgt: klik op Start en klik achtereenvolgens op Alle programma's, Bureau-accessoires en Opdrachtprompt.
Typ:
schtasks /Change [/S <system> [/U <username> [/P [<password>]]]] /TN <taskname> /DISABLE
Als u de Help voor deze opdracht wilt weergeven, typt u:
schtasks /Change /?