Met Windows Server Backup kunt u uw besturingssysteem, systeemstatus, volumes, bestanden en toepassingsgegevens beschermen. Back-ups kunnen worden opgeslagen op een of meer schijven, een of meerdere volumes, dvd's, verwisselbare media of externe gedeelde mappen. U kunt automatisch of handmatig back-ups maken.

U kunt de wizard Back-upschema gebruiken om back-ups te maken volgens een bepaald schema of met de wizard Eenmalige back-up een eenmalige back-up maken. U kunt deze beide wizards openen vanuit de MMC-module (Microsoft Management Console) Windows Server Backup. U kunt ook regelmatige of eenmalige back-ups maken met de opdracht Wbadmin of de Windows PowerShell-cmdlets voor Windows Server Backup.

Met Windows Server Backup kunt u volledige back-ups maken waarmee u uw computer kunt herstellen zonder dat u daarvoor een andere back-up nodig hebt. Deze back-ups gedragen zich echter als incrementele back-ups. Op die manier kunnen de back-upprestaties worden verbeterd en kan worden bespaard op de opslagruimte. Als u een schijf of volume gebruikt voor de opslag van back-ups in Windows Server Backup, worden oudere back-ups automatisch verwijderd wanneer de opslaglocatie vol raakt. Zie Back-up- en serverprestaties optimaliseren voor meer informatie over incrementele en volledige back-ups.

Wanneer u een back-up maakt en deze op een opslaglocatie opslaat, wordt de gemaakte back-up opgeslagen in de map WindowsImageBackup\<ComputerBackedUp>. Naast de back-up bevat deze map catalogusbestanden met informatie over alle back-ups op die locatie met inbegrip van de huidige back-up, en het bestand MediaId, met de id van de opslaglocatie voor back-ups. Deze informatie is nodig om een herstelprocedure te kunnen uitvoeren.

Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=143748 voor instructies bij het maken van back-ups van Active Directory Domain Services. (De pagina is mogelijk Engelstalig.)

Deze sectie bevat instructies om u te helpen bij de volgende bewerkingen:

De items kiezen waarvan u een back-up wilt maken

Voordat u een back-up maakt, moet u de bestanden, mappen of volumes opgeven die u wilt opnemen. Wat u later kunt herstellen, is afhankelijk van de items u selecteert.

Opmerking

U kunt met Windows Server Backup geen back-ups maken van bestanden en mappen op volumes waarvoor meer dan 2040 GB (gigabyte) of 2 TB (terabyte) nodig is. Van bestanden of mappen met een grootte van minder dan 2 TB kunt u echter wel back-ups maken. Zo kunt u bijvoorbeeld een back-up maken van 1,5 TB gegevens van een volume met een omvang van 3 TB. Wanneer u echter een volledige server of een volledig volume herstelt aan de hand van de back-up, wordt een volume van 2 TB gemaakt in plaats van een volume van 3 TB.

U hebt de volgende mogelijkheden:

Items in back-up Resulterende herstelopties

Volledige server (alle volumes)

Maak een back-up van alle volumes als u de volledige server wilt kunnen herstellen. Aan de hand van een back-up van de volledige server kunt u alle typen herstelbewerkingen uitvoeren en ook de systeemstatus herstellen of BMR-herstel (Bare Metal Recovery) uitvoeren. We raden u aan deze optie te gebruiken.

Essentiële volumes/Bare Metal Recovery

Maak een BMR-back-up als u een back-up wilt maken van de items die noodzakelijk zijn om het besturingssysteem (alleen essentiële volumes) te kunnen herstellen. Deze optie is een subset van een back-up van de volledige server.

Systeemstatus

Maak een back-up van de systeemstatus als u een back-up wilt maken van de items die noodzakelijk zijn om de systeemstatus te herstellen. Deze optie is een subset van een back-up van de volledige server.

Afzonderlijke volumes

Maak een back-up van afzonderlijke volumes als u alleen bestanden, toepassingen of gegevens van die volumes wilt kunnen herstellen.

Mappen of bestanden

Maak een back-up van afzonderlijke mappen of bestanden als u alleen die items wilt kunnen herstellen.

Een opslaglocatie kiezen

U moet ook de locatie opgeven waar de back-ups die u maakt worden opgeslagen. Wat u later kunt herstellen, is mede afhankelijk van het type opslaglocatie dat u selecteert.

Opmerking
  • De locatie voor de opslag van back-ups moet minimaal 1,5 keer zo groot zijn als de back-up, zodat u meerdere back-upversies kunt opslaan.

  • In Windows Server Backup kunt u geen tapestations gebruiken als locatie voor de opslag van back-ups. Ondersteuning voor stuurprogramma's voor tapestations maakt echter wel deel uit van Windows Server 2008 en Windows Server 2008 R2.

  • U kunt back-ups niet opslaan op schijven die met FAT32 zijn geformatteerd. In plaats daarvan moet u schijven gebruiken die met NTFS zijn geformatteerd. In Windows Server Backup worden back-upversies namelijk beheerd met behulp van schaduwkopieën. U kunt de schijf opnieuw formatteren met de opdracht Format of de indeling wijzigen met de opdracht Convert. Zie het overzicht van opdrachtregelprogramma's (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=143749) voor de syntaxis van Convert. (De pagina is mogelijk Engelstalig.)

  • U kunt back-ups niet opslaan op USB-flashstations of pen drives.

Opslagtype Details

Externe gedeelde map

In externe gedeelde mappen kunt u zowel eenmalige (ad-hoc) als geplande back-ups opslaan. (De mogelijkheid geplande back-ups in externe gedeelde mappen op te slaan is nieuw voor Windows Server 2008 R2.) Vervolgens kunt u aan de hand van back-ups die in externe gedeelde mappen zijn opgeslagen bestanden, mappen, systeemstatusgegevens, toepassingen en volledige volumes herstellen, of BMR-herstel uitvoeren.

Als u de back-up opslaat in een externe gedeelde map, wordt de back-up steeds overschreven als u een nieuwe back-up maakt. Kies deze optie niet als u meerdere back-ups wilt opslaan.

Als u een back-up maakt in een gedeelde map die al een back-up bevat en de nieuwe back-up mislukt, hebt u mogelijk geen back-ups meer.

Dvd's, overige optische media of verwisselbare media

Op optische of verwisselbare media kunt u alleen eenmalige back-ups (geen geplande back-ups) opslaan. Vervolgens kunt u volledige volumes of alleen het besturingssysteem (Bare Metal Recovery) herstellen aan de hand van back-ups die op optische of verwisselbare media zijn opgeslagen. Aan de hand van back-ups die op optische of verwisselbare media zijn opgeslagen, kunt u toepassingen, afzonderlijke bestanden of de systeemstatus niet herstellen.

Als de beschikbare ruimte op het medium groter is dan 1 GB, wordt het verwisselbare medium geformatteerd met NTFS en wordt het optische medium geformatteerd met UDF (Universal Disk Format). Het medium wordt dan niet opnieuw geformatteerd voordat back-ups op het medium worden opgeslagen, zodat u ook andere gegevens op het medium kunt opslaan. Dit is nieuw voor Windows Server 2008 R2. In Windows Server 2008 worden dvd's en verwisselbare media altijd opnieuw geformatteerd voordat er back-ups op worden opgeslagen.

Back-ups die op dvd worden opgeslagen, worden gecomprimeerd en nemen dus minder ruimte in dan back-ups die op harde schijven worden opgeslagen.

Interne vaste schijf

Op een NTFS-schijf of een GPT-schijf (GUID Partition Table) kunt u zowel eenmalige als geplande back-ups opslaan. Als u geplande back-ups echter op een interne schijf opslaat, kunt u aangeven of u die schijf alleen voor de opslag van back-ups wilt gebruiken. Deze schijf wordt dan alleen gebruikt voor het opslaan van uw geplande back-ups en is niet zichtbaar in Windows Verkenner.

Met de back-ups op interne schijven kunt u het volgende doen:

  • Bestanden, mappen, toepassingen en volumes herstellen.

  • Het besturingssysteem herstellen (Bare Metal Recovery) als de gebruikte back-up alle essentiële volumes bevat.

  • De systeemstatus herstellen als de gebruikte back-up de systeemstatusgegevens bevat.

U kunt het hele systeem of het besturingssysteem echter niet herstellen als de back-up zich op dezelfde fysieke schijf bevindt als een of meer essentiële volumes. U kunt de systeemstatus en volumes herstellen (hierbij worden geen schijven gepartitioneerd).

Tot slot nog het volgende. Als u back-ups opslaat op een volume en daarnaast andere gegevens op dat volume opslaat, kunnen de prestaties van schrijfbewerkingen op het volume met maar liefst 200 procent dalen (leesbewerkingen ondervinden hiervan geen hinder). Het is niet raadzaam op het volume met uw back-ups andere gegevens op te slaan.

Externe vaste schijf

Als u de back-up opslaat op een externe vast schijf met NTFS- of GPT-indeling, kunt u het volgende doen:

  • Bestanden, mappen, toepassingen en volumes herstellen.

  • De systeemstatus en het besturingssysteem herstellen (Bare Metal Recovery) als de back-up de benodigde items bevat.

  • Back-ups gemakkelijker uit voorzorg op een externe locatie bewaren.

Net als bij interne schijven kunt u ervoor kiezen de schijf alleen voor de opslag van back-ups te gebruiken, zodat deze niet in Windows Verkenner wordt weergegeven. Als u back-ups opslaat op een volume en daarnaast andere gegevens op dat volume opslaat, kunnen de I/O-prestaties op het volume dalen. Het is niet raadzaam op het volume met uw back-ups andere gegevens op te slaan.

Belangrijk
  • Als u voor de opslag van back-ups een virtuele harde schijf gebruikt en deze zich bevindt op een fysieke schijf met systeemvolumes of essentiële volumes, is het mogelijk dat u niet alles kunt herstellen. Daarnaast worden de bestanden op de virtuele volumes niet in de back-up opgenomen als de virtuele volumes online zijn. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=143712 voor meer informatie over het werken met virtuele harde schijven. (De pagina is mogelijk Engelstalig.)

  • Als u voor de opslag van back-ups in plaats van een standaardschijf een dynamische schijf gebruikt, kunt u geen BMR-herstel uitvoeren aan de hand van de back-ups die op de dynamische schijf zijn opgeslagen. U kunt echter wel andere typen herstel uitvoeren. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=143750 voor meer informatie over het gebruik van dynamische schijven. (De pagina is mogelijk Engelstalig.)

  • Als uw server is beveiligd met BitLocker-stationsversleuteling, moet u de opslaglocatie die u kiest ook met BitLocker-stationsversleuteling beveiligen, als dat mogelijk is. Dit gebeurt niet automatisch. U moet deze functie expliciet activeren. Zie de stapsgewijze handleiding voor Windows BitLocker-stationsversleuteling (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=143722). (De pagina is mogelijk Engelstalig.)

Aanvullende overwegingen

  • Als u Windows Server Backup wilt gebruiken, moet u lid zijn van de groep Back-upoperators of de groep Administrators of moet de juiste bevoegdheid aan u zijn gedelegeerd.

Aanvullende naslaginformatie