Computergebonden synchronisatie-eigenschappen instellen

Klik op Start, wijs Beheerprogramma's aan en klik op Microsoft Identity Management for UNIX om de beheerconsole van Identity Management for UNIX te openen.

U kunt de beheerconsole van Identity Management for UNIX ook openen vanuit Serverbeheer. Vouw hiertoe in het hiërarchievenster het item Rollen uit, vouw vervolgens het item Active Directory Domain Services uit en selecteer daarna Microsoft Identity Management for UNIX.

Maak als dat nodig is verbinding met de computer die u wilt beheren door gebruik te maken van de procedure die in Verbinding maken met een andere computer die u wilt beheren is beschreven.

Klik in het hiërarchievenster onder het knooppunt Wachtwoordsynchronisatie op UNIX-computers.

Selecteer in het resultatenvenster de op UNIX gebaseerde computer waarvoor u eigenschappen wilt instellen.

Ga terwijl de computer in het resultatenvenster is geselecteerd op een van de volgende wijzen te werk:

• Klik met de rechtermuisknop op de computer en klik vervolgens op Eigenschappen.
  
  
• Klik in het deelvenster Acties op Eigenschappen.
  
  
• Klik op Eigenschappen in het menu Actie.
  
  

Selecteer in het dialoogvenster Eigenschappen de gewenste synchronisatierichting.

Wijzig als dat nodig is de bestaande versleutelingssleutel voor het wachtwoord van de computer of genereer een nieuwe sleutel.

Geef als dat nodig is het nummer op van de poort die voor het bewaken van wachtwoordwijzigingen wordt gebruikt.

Het standaardpoortnummer is 6677.

Klik op OK zodra u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht.