U kunt Hyper-V gebruiken om de werklast van servers in een gevirtualiseerde omgeving uit te voeren. Om dit te kunnen doen, moet u de virtuele machines maken waarop de verschillende gastbesturingssystemen en -toepassingen worden uitgevoerd. Met de wizard Nieuwe virtuele machine kunt u de virtuele machines maken. Met behulp van deze wizard kunt u een virtuele machine maken met de gewenste configuratie die u opgeeft voor de naam van de virtuele machine, het geheugen, het netwerk en de opslag. U kunt de wizard Nieuwe virtuele machine openen vanuit Hyper-V Manager.

Wanneer u eenmaal een virtuele machine hebt gemaakt, kunt u deze aanpassen door de instellingen van de virtuele machine te configureren. U kunt bijvoorbeeld:

  • Virtuele hardware, zoals een opslagcontroller of een netwerkadapter, toevoegen of verwijderen.

  • Virtuele harde schijven toevoegen of verwijderen.

  • De opstartvolgorde wijzigen voor apparaten in het BIOS (Basic Input/Output System).

U kunt deze en vele andere instellingen wijzigen via Hyper-V Manager.

Een virtuele machine configureren
  1. Open Hyper-V Manager. Klik op Start, ga naar Systeembeheer en klik op Hyper-V-beheer.

  2. Selecteer de virtuele machine die u wilt configureren in het resultatenvenster, onder Virtuele machines.

  3. Klik in het deelvenster Actie onder de naam van de virtuele machine op Instellingen.

  4. Klik in het navigatievenster (linkervenster) op het item dat u wilt configureren.

  5. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    • Selecteer een item en klik op Toevoegen om nog een exemplaar van het item toe te voegen (zoals een SCSI-controller). Voor bepaalde items moet u na het toevoegen extra opties configureren, bijvoorbeeld voor netwerkadapters.

    • Breng de gewenste wijzigingen aan en klik vervolgens op OK om een item te wijzigen.

    • U kunt een item verwijderen door dit te selecteren en vervolgens op Verwijderen te klikken.

  6. U kunt meer wijzigingen aanbrengen door op het volgende item te klikken dat u wilt configureren en vervolgens stap 5 te herhalen. Klik op OK als u klaar bent met het configureren.

Verdere overwegingen

  • U moet minimaal lid zijn van de lokale groep Administrators of een vergelijkbare groep om deze procedure uit te voeren. Een administrator kan echter het autorisatiebeleid wijzigen met Autorisatiebeheer, zodat een gebruiker of groep gebruikers deze procedure kan uitvoeren. Zie Autorisatiebeheer gebruiken voor Hyper-V-beveiliging (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=142886 (de pagina is mogelijk Engelstalig)) voor meer informatie.

Aanvullende naslaginformatie