De RD-gateway-uitvoeringsclient in- en uitschakelen
De RD-gateway-uitvoeringsclient in- en uitschakelen met de Windows-interface |
U opent de console NAP-clientconfiguratie door op Start, Alle programma's en Bureau-accessoires te klikken. Klik vervolgens op Uitvoeren, typ NAPCLCFG.MSC en klik op OK.
Klik op Clients voor forceren.
Klik met de rechtermuisknop op Client voor quarantainebekrachtiging voor Extern bureaublad-gateways en klik vervolgens op Inschakelen of Uitschakelen.
Aanvullende overwegingen
-
U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u lid bent van de groep Administrators op de lokale computer of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen. Als de computer deel uitmaakt van een domein, kan het zijn dat ook leden van de groep Domeinadministrators deze procedure kunnen uitvoeren. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u beter Run as gebruiken om deze procedure uit te voeren.
De RD-gateway-uitvoeringsclient in- en uitschakelen met een opdrachtregel |
U opent als volgt een opdrachtprompt: klik op Start en klik achtereenvolgens op Alle programma's, Bureau-accessoires en Opdrachtprompt.
Als u de RD-gateway-uitvoeringsclient wilt in- of uitschakelen, gaat u op een van de volgende manieren te werk:
-
Als u de RD-gateway-uitvoeringsclient wilt inschakelen, typt u: netsh nap client set enforcement ID = 79621 ADMIN = "ENABLE"
-
Als u de RD-gateway-uitvoeringsclient wilt uitschakelen, typt u: netsh nap client set enforcement ID = 79621 ADMIN = "DISABLE"
-
Als u de RD-gateway-uitvoeringsclient wilt inschakelen, typt u: netsh nap client set enforcement ID = 79621 ADMIN = "ENABLE"
Aanvullende overwegingen
-
U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u lid bent van de groep Administrators op de lokale computer of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen. Als de computer deel uitmaakt van een domein, kan het zijn dat ook leden van de groep Domeinadministrators deze procedure kunnen uitvoeren. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u beter Run as gebruiken om deze procedure uit te voeren.